BD.5341
21 maart 1952
Aanmatiging
Verheft u niet boven uw medemensen, integendeel, wees hen
behulpzaam. Dan pas beoefent u de ware navolging van Jezus, dan pas is
de liefde werkzaam in u, die elke verwaandheid uitschakelt, die u de medemensen
als broeders leert zien en die elk verschil in rang of stand opheft, dat
wel alleen maar werelds bestaat, maar in mijn rijk niet wordt geduld.
Dienstbare liefde zal waar geluk in u teweeg brengen, in dienende naastenliefde
bent u echter navolgers van Jezus, van die mens op aarde die u het juiste
leven heeft voorgeleefd, die waarlijk licht en kracht en macht in alle
volheid bezat, omdat Hij Mij zelf in Zijn hart had opgenomen en die toch
van deze kracht geen gebruik maakte, door te heersen en zich door Zijn
medemensen te laten bedienen: Hij diende Zijn broeders in diepste liefde
en deemoed en dat verhief Hem tot Heerser over werelden en talloze schepselen,
want Ik zelf betrok Zijn uiterlijke vorm en vervulde Hem met licht en
kracht.
De aanmatiging is een kenmerk van hem die uit verwaandheid en heerszucht
is gevallen in de diepste diepte. En als u, mensen aanmatigend bent, leent
u hem gewillig uw oor en laat u zich door hem verleiden, u neemt zijn
eigenschappen, zijn zonden over en bent hem onderworpen Stel u niet boven
uw medemensen, die toch in waarheid uw broeders zijn, omdat u allen alleen
één Vader hebt en elkaar, als diens kinderen, zult moeten
liefhebben en dienen uit liefde tot Mij. De verwaandheid brengt u makkelijk
ten val, want wie arrogant van geest is, herkent Mij die de eeuwige Liefde
ben, heel spoedig niet meer, omdat er geen liefde in hem is. Want de ware
liefde is één met de deemoed, echter niet met arrogantie.
In deemoed dienen getuigt steeds van diepe liefde tot Mij en die tot uitdrukking
komt in dienende naastenliefde. En u zult waarlijk heel wat meer winnen,
wanneer u in deemoed dienstbaar bent dan wanneer u in aanmatiging heerst.
Want u zult alleen aards tot macht kunnen komen in verwaandheid, maar
geestelijk verwerft u zich niets, ja, u verliest ook nog dat weinige dat
u bezit. Want de verwaandheid hoort bij mijn tegenstander, dus versterkt
ze alleen zijn rijk en wat dat voor u, mensen betekent, is niet moeilijk
te raden.
Maar mijn rijk is niet van deze wereld, daarom kan dienende naastenliefde
wel schijnbaar aards verlies van goederen, van aanzien en macht als gevolg
hebben, maar ze verwerft zich geestelijke waarden die onvergankelijk zijn
en later in mijn rijk die ziel worden aangerekend, die nu in licht en
volheid van kracht ver boven diegenen staat die op aarde heersten en hun
medemensen onderdrukten.
Wie zich zelf verheft, zal vernederd worden, overweeg deze woorden en
denk niet dat u datgene wat u zich op aarde verschafte door aanmatiging
in bezit houdt en wat u zich in zekere zin onrechtmatig toeeigent. Want
hij die wil heersen neemt, hij neemt wat hem niet toekomt, hij eigent
zich onrechtmatig een recht toe en misbruikt zijn macht. Dienende liefde
daarentegen geeft onophoudelijk, in woorden en daden schenkt ze zich aan
diegene die gebrek lijdt en haar hulp nodig heeft; dienende liefde is
ware ware deemoed en Mij daarom welgevallig, dienende liefde is de ware
navolging van Jezus, die zeker naar Mij voert, naar de Vader van eeuwigheid.
Amen |