BD.5188
13 augustus 1951
Reïncarnatie - Dwaalleer - Kindschap Gods
U zult u steeds meer van de waarheid verwijderen, zodra u
de band met Mij losser maakt en alleen maar denkt met uw werelds verstand,
dat de geestelijke waarheid niet kan inzien. Want het verstand wil zichzelf
steeds zodanig een verklaring geven, zoals het overeenstemt met zijn wensen
en berekeningen, maar de waarheid stemt daar niet altijd mee overeen.
De gedachten van de mens moeten weliswaar niet worden uitgeschakeld, maar
moeten steeds bij geestelijke vragen de geest in zich voorrang verlenen
- zich dus eerst door Mij laten bedenken door zijn geest - om dan denkend
de gaven te gebruiken. Ik wil u steeds een helder licht geven, maar uzelf
zult daar geen muur voor mogen zetten, waar het licht niet meer doorheen
kan dringen. En een muur richt u zelf op, zodra u zelf denkend actief
wordt in een richting die u bevalt. U mensen wenst, dat u leeft op aarde
en zult meestal het aardse leven ongaarne opgeven. En dus gaan uw gedachten
zulke wegen en uw wensdroom is een leven in veelvoud, omdat u het volgens
goddelijke natuurwet voor uzelf niet zult kunnen verlengen. Vanuit dit
gezichtspunt zoeken nu uw gedachten de manieren, om deze wens te vervullen
en is de leer van de herbelichaming u welkom en beoordeelt u hem als waarheid,
ofschoon ze slechts een gedeeltelijke waarheid bevat. De herbelichaming,
zoals u zich die voorstelt, omdat u het zo wenst, zou in zekere zin de
herhaling zijn van een ontwikkelingsstadium, omdat de mens op aarde heeft
gefaald of niet de gehele rijpheid heeft bereikt, die hij heel goed bereiken
kan. Maar het moet u, mensen, toch begrijpelijk zijn, dat zoiets alleen
een voortdurend wisselen van verblijfplaats voor de ziel zou betekenen,
die dus naar believen nu eens het aardse, dan weer het geestelijke rijk
zou bewonen. En dat zou hetzelfde zijn als een stilstand in de kringloop
van eeuwigheid, een steeds op dezelfde trede blijven, of het zou - zolang
de vrije wil niet is uitgeschakeld - voor de ziel ook een wegzinken zou
kunnen zijn, omdat aan een mens steeds de vrije wil wordt gegeven, volgens
welke hij zich positief of negatief ontwikkelen kan.
Verder moet het u duidelijk zijn, dat alle hemellichamen dezelfde bestemming
hebben, de wezens mogelijkheden te bieden zich geestelijk te vormen en
dat bijgevolg de verdere ontwikkeling niet absoluut van de lichamelijke
terugkeer naar de aarde afhankelijk is, ja zoiets eerder de huidige graad
van rijpheid in gevaar zou kunnen brengen, omdat de aarde nog teveel onrijp
geestelijks bevat, dat een slechte invloed kan uitoefenen op de zielen,
die in het leven op aarde faalden en daarom een nieuwe terugkeer verlangden.
Een naar de aarde terug verlangende ziel wordt weliswaar de wens toegestaan,
omdat de wil ook in het rijk hierna vrij en derhalve bepalend is voor
haar zieletoestand, echter hebt u, mensen, dan niet meer het verlangen
naar de aarde, zoals het nu bij u overheersend is; u zult niet meer het
zware aardse lichaam willen aantrekken, maar u bent - eenmaal in het geestelijke
rijk tot nog zo gering inzicht gekomen - met de u omgevende sferen al
zo vertrouwd, dat u ze ten volle benut, zo goed als het u mogelijk is
en daardoor zult u met zekerheid een heel wat hogere graad van rijpheid
kunnen bereiken, dan u bereikt door een hernieuwde gang over de aarde.
Ik kan u alleen maar steeds weer hetzelfde zeggen: u hebt door eigen denken
dwaling laten binnen sluipen in de geestelijke leer, die u als waarheid
door Mij werd aangeboden. U hebt op zichzelf staande gevallen, om welke
reden de leer van de herbelichaming niet geheel kan worden afgewezen,
veralgemeend. Echter op de door u gepresenteerde manier heeft zich dit
ontwikkeld tot een dwaalleer, die Ik steeds weer zal rechtzetten, opdat
u niet in een aanneming vastloopt, die uw positieve ontwikkeling hier
op aarde in gevaar brengt; die u lui en onverschillig zal laten worden
in de arbeid aan uzelf. De gevallen van terugplaatsing van een ziel naar
de aarde zijn zo zeldzaam en steeds afzonderlijk met redenen omkleed,
maar het is verkeerd uit deze feiten vaststaande leren te willen maken,
die het denken van de mensen alleen maar in de war brengen en de enige
waarheid twijfelachtig doet schijnen.
U, mensen, zult op aarde onvoorstelbaar veel kunnen bereiken. U zult tijdens
een leven op aarde de hoogste graad van rijpheid, het kindschap Gods
kunnen bereiken, want daarvoor ben Ik zelf als mens Jezus aan het kruis
gestorven. En er wordt u steeds mijn wil bekend gemaakt door mijn woord
en een onmetelijke schat aan genaden staat u voortdurend ter beschikking.
Maar wie op dit alles geen acht slaat en het rijp worden van zijn ziel
niet nastreeft, zal ook onherroepelijk de gevolgen moeten dragen in het
geestelijke rijk. Doch door mijn overgrote liefde en barmhartigheid zal
hij ook dan nog hoger kunnen klimmen, wanneer het zijn wil is, want Ik
heb waarlijk veel scholen in mijn universum, waar u nog veel zult kunnen
inhalen, maar nooit meer de graad van het kindschap Gods bereiken,
die u tot mijn erfgenamen maakt, die u echter alleen maar op aarde zult
kunnen bereiken.
Amen |