BD.5186
9 augustus 1951
"De poorten der hel zullen haar niet overweldigen"
De poorten der hel zullen haar niet overweldigen - mijn kerk,
die Ik zelf op aarde heb gesticht. De hel zal zich weliswaar openen en
alles uitspuwen om de macht en het drijven van mijn tegenstander te versterken.
Alle duivels zullen tekeergaan tegen de kleine schare van gelovigen, die
in waarheid mijn kerk uitmaken. De hel zelf zal haar muren bestormen maar
ze zal standhouden, mijn kerk, want de gelovigen beschikken over grote
kracht. En omdat het einde nabij is probeer Ik nog die mensen die zwak
zijn in het geloof, in mijn kerk op te nemen, ook hun geloof moet nog
sterk en onwankelbaar worden voor het einde komt.
De hel zal geen macht hebben over hen die vast geloven, want dezen behoren
tot mijn kerk en Ik, als Stichter van deze kerk, zal hen waarlijk beschermen
tegen de aanval van de hel. U mensen staat kort voor het einde en u weet
niet wat dat betekent. U weet niet van de geestelijke strijd tussen licht
en duisternis, tussen waarheid en leugen. U weet niet dat de aarde in
totale duisternis ligt - omdat de macht van de duisternis over haar heerst
en u mensen zelf hem deze macht verleent hebt. Deze strijd in de wereld
van de geesten is voor u nog niet duidelijk, maar ze zal heel snel vaste
vormen aannemen die u laten zien hoe nabij het einde is.
De geloofsstrijd zal zeer spoedig beginnen. Een strijd, die van de kant
van de machthebbers zal worden afgekondigd tegen allen die nog geloven,
tegen allen die lid zijn van een geestesrichting die Mij als hun Schepper
en Vader erkennen en die naar het geestelijke streven vanuit een innerlijke
overtuiging dat het leven met de aardse dood niet ophoudt. Al deze mensen
zullen worden aangevallen, boosaardig verdrukt en brutaal bevolen hun
geloof te verloochenen.
U allen staat voor deze strijd, die niet alleen uw lichaam maar meer nog
uw ziel betreft, maar toch ook de beslissing vereist van uw lichaam omdat
u erg bedreigd wordt en het u bijna onmogelijk gemaakt wordt stand te
houden. En dan pas zal blijken wie tot mijn ware kerk behoort, wie alleen
Mij als de hoogste Heer en Machthebber erkent en wie Mij meer vreest dan
het werelds gezag.
Gezegend wie zo'n geloof bezit dat hij werkelijk lid is van de door Mij
gestichte kerk, gezegend wie niet hen vreest die wel het lichaam maar
niet de ziel kunnen doden - gezegend wie voor zich de kracht voor de strijd
daar haalt waar de echte Legeraanvoerder zich bevindt. Hij zal de overwinning
behalen over zijn vijanden, hij zal inzien dat de hel niets vermag waar
de Heer van hemel en aarde is, waar Zijn heerscharen strijden, die ook
de duivels de baas zullen zijn - als de hel wordt geopend en haar schuim
op de mensheid wordt losgelaten.
Ja mijn kerk zal standhouden en de poorten der hel zuilen haar niet overweldigen.
Het einde is nabij en mijn woord zal spoedig in vervulling gaan. Daarom,
bereid u voor op de tijd die komen zal - maar vrees haar niet. Want alleen
Mij is de kracht en de macht - en de heerlijkheid.
Amen |