BD.5069
22 februari 1951
Gebed in geest en in waarheid - Vrome gebaren
Op vrome gebaren sla Ik geen acht, want ze zijn slechts een
uiterlijk pronkgewaad dat de blik in het hart moet tegenhouden. Wie waarlijk
innig aan Mij denkt en met eenvoudige niet aanstellerige woorden tot Mij
spreekt, is elke ceremonie, elke uitwendige bewogenheid of uiterlijke
gebaar vreemd. Het hart heeft zoiets niet nodig, het wendt zich rechtstreeks
tot Mij en roept Mij zijn noden of ook zijn liefde en verering toe. En
Ik verneem elke gedachte die uit het hart naar Mij opstijgt. Waar echter
een innerlijk gevoelen naar buiten toe zichtbaar is, wordt teveel waarde
gehecht aan de mening van de medemens, daar Ik zelf zulke uiterlijke bewijzen
niet nodig heb en het hart van de mens zonder deze open voor Mij ligt.
U wilt dus dan alleen maar de medemens overtuigen van een schijnbaar vertrouwde
verhouding met Mij en zo zult u niet met 'n onverdeelde instelling tot
Mij komen, maar laat u aan het oordeel van de medemensen teveel gelegen
liggen. Maar tevens verliest ook uw gebed aan innigheid, want een innige
verbinding met Mij zal u alles om u heen doen vergeten en ook elk uiterlijk
gebaar onzinnig en minderwaardig laten voorkomen. Zolang u dus naar buiten
toe nog prijsgeeft wat u alleen maar innerlijk moet bezig houden, hebt
u ook nog niet de innige aaneensluiting met Mij in uw gedachten gevonden,
die geen uiterlijkheden toelaat, omdat u dan zo volledig door Mij gegrepen
bent, dat u de wereld om u heen vergeet. Dat u ware kinderen van uw Vader
bent, wier liefde voor de Vader geen ruimte laat voor iets anders.
Wel zult u uw naaste niet mogen vergeten en altijd een open oog en oor
voor zijn noden hebben, u zult niet achteloos aan hem voorbij mogen gaan,
wanneer hij vol leed tot u komt, u zult hem niet mogen negeren of verwaand
tegenover hem zijn, integendeel hem in deemoed, geduld en barmhartigheid
bijstaan, hem naar vermogen behulpzaam zijn uit liefde tot hem. Maar als
u verlangt om met Mij in innig contact te komen, moet uw denken ook alleen
maar Mij gelden en niets uiterlijks moet deze innige verbondenheid verstoren
of kenbaar maken. Ik wil in geest en in waarheid aanbeden worden en dit
moet in alle stilte gebeuren, waar niemand getuige is van de samenspraak
tussen de harten van Vader en kind. En alle schijn moet van u afvallen,
want Ik ben de eeuwige Waarheid en wil ook in alle waarheid worden aangeroepen.
Amen
|