BD.4957
27 augustus 1950
Liefde voor de wereld - Ziekte - Niemand kan
twee heren dienen
De liefde voor het wereldse is een sluipende ziekte die zeker
tot een geestelijke dood voert. Daarom kunt u wel begrijpen dat uw hemelse
Vader heel vaak naar pijnlijke middelen moet grijpen, om u van deze dood
te redden. Om te zorgen voor uw geestelijke genezing, om u aan te sporen
afstand te doen van wereldse vreugden - opdat u eeuwig zult leven.
Dat u de wereld op moet geven om Mij te winnen is onvermijdelijk. En
wanneer u die niet vrijwillig opoffert, moet Ik van u nemen waar uw hart
aan hangt. Daarom moet u zo vaak op aarde lijden, ofschoon uw levenswandel
niet uitgesproken slecht is. Doch u bent nog vervuld van een onjuiste
liefde, van de liefde voor de materie, van een liefde die eerst juist
gericht moet worden - wil zij u gelukkig maken. En zolang u die liefde
niet uitroeit uit uw hart heb Ik daarin geen plaats, want waar Ik vertoef,
moet al het verlangen naar het aardse overwonnen zijn.
Het zou een vals medelijden zijn als Ik voor zulke middelen zou terugschrikken,
om u niet te laten lijden gedurende uw aardse leven. Het zou een schijnliefde
zijn die u geen zegen zou kunnen brengen, maar alleen verderf voor uw
ziel. Mijn wijsheid ziet echter vooruit en mijn liefde probeert u te helpen.
En weer moet Ik zeggen: "Niemand kan twee heren dienen!" Ik
neem geen genoegen met een gedeelde liefde. Mijn tegenstander echter,
de vorst van de wereld, laat het ook niet toe dat u hem niet het alleenrecht
geeft op uw ziel. En zo moet de mens noodgedwongen beslissen voor Mij
- of voor hem. Zolang hij echter de wereld begeert, betreft zijn beslissing
degene die hem omlaag trekt in het verderf. Hij geeft u overvloedig gedurende
het aardse leven, maar na de dood staat u in de bitterste armoede aan
de andere zijde - en kwelling en duisternis is uw lot.
Mijn gaven echter zijn op aarde niet erg verleidelijk, want ze bestaan
uit geestelijke waarden, die u mensen tijdens uw aardse leven niet erg
aantrekkelijk toeschijnen, daarentegen na uw dood betekenen ze een onmetelijke
rijkdom" die u gelukkig stemt en tot kinderen van het lichtrijk maakt
voor eeuwig. Ik bied u onvergelijkelijk meer dan mijn tegenstander, maar
zijn gaven betoveren u en maken u begerig daarnaar.
Maar denk aan het leven na de dood. Denk er aan dat u het uur van uw heengaan
niet kent, dat dit echter heel dichtbij kan zijn en u dan alles verliest
wat u aan aardse goederen bezit. Dan moet u het uur van de dood vrezen.
Doch u zult er naar verlangen als u u geestelijke schatten hebt verzameld,
als u afstand doet van aardse goederen, om door Mij aangeboden gaven daarvoor
in de plaats te stellen. Dan verlangt u naar het uur van de dood want
u weet, dat dan het uur van binnengaan in het eeuwige leven is gekomen
omdat u de aarde verlaat. Als een vluchtig ogenblik zal het aardse leven
u voorkomen, en toch is het beslissend voor de gehele eeuwigheid.
Daarom moet u het begrijpen wanneer Ik de mensen beproef met allerlei
plagen, wanneer Ik alles van hen wegneem wat hun begerenswaardig lijkt.
Het is niet wreedheid, maar liefde en wijsheid, die zeer wel inziet dat
en waarom u mensen in gevaar bent, en die u uit dit gevaar wil redden.
Wie lijden moet die mag zich ook door Mij bemind weten, maar wie bij alle
overvloed van het leven aardse goederen worden gegeven, die is reeds onderworpen
aan mijn tegenstander - want Ik ken zijn wil en Ik dwing hem niet
tot verandering van wil. Doch ook deze mensen kom Ik tegemoet door hun
medemensen die hun harten moeten ontroeren, opdat zij worden tot liefde,
dan is ook voor hen nog de redding verzekerd. Zijn echter hun harten verhard,
dan zal hun luxueus leven steeds duidelijk aan het licht treden, want
de "heer van de wereld" geeft hun rijkelijk. Zij hebben hun
ziel verkocht ter wille van aardse goederen en de geestelijke dood staat
voor hen vast.
Amen
|