BD.4899
18 mei 1950
De belichaming der lichtwezens - De voorloper
Ik stuur het evangelie tot de aarde, en wanneer u het van
Boven ontvangt is het zuiver en niet vervalst door menselijk willen. Ik
weet dat het nodig is omdat talloze mensen Mij niet vinden kunnen daar
zij niet in de waarheid onderricht zijn, en daarom belichaamde Ik Mij
zelf in de geest van hen die Mij willen dienen. Dat de waarheid in zijn
zuiverste vorm tot hen komt is een door mijn liefde en wijsheid al lang
erkende noodzaak, en dit is alleen al voor Mij aanleiding de ontvanger
der waarheid van boven te beschutten tegen de invloed van onreine geesten,
die zijn denken zouden verwarren en het toezenden van de waarheid zouden
willen belemmeren. Wie dus ontvanger is van mijn evangelie dat Ik zelf
op aarde leerde en waarvoor Ik mijn dienaren op aarde nu weer de opdracht
geef dat te verspreiden, die kan gerust zijn dat hij in de waarheid is.
Dat hij als mijn discipel van de eindtijd de mensen leren kan zonder bevreesd
te moeten zijn, dat zich bij zijn onderwijzingen dwalingen zouden kunnen
mengen. En vanuit deze zekerheid moet hij invloed uitoefenen op allen
die zijn weg kruisen. Hij moet zich voelen als mijn spreker en in mijn
opdracht steeds dat uitdragen wat hij van Mij zelf heeft ontvangen, wat
als gewaarwording in hem boven komt omdat het de zuivere waarheid is.
Talrijke lichtwezens zijn momenteel op de aarde belichaamd omdat de grote
geestelijke nood ook buitengewone hulp vereist, die alleen deze lichtwezens
verlenen kunnen. Deze lichtzielen zijn meest geestelijke leiders, dat wil zeggen:
zij staan door een levenswandel naar mijn wil in een nauw contact met
Mij, en zij kunnen dus mijn leringen direct ontvangen en aan de mensen
overbrengen. Deze lichtwezens hebben een graad van rijpheid die een afzinken
naar de diepte onmogelijk maakt. Zij gaan derhalve ook altijd in de grootste
deemoed door het aardse leven en trachten alleen mijn rijk tot de mensen
te brengen zonder zelf daarvan nut te hebben, alleen met de bedoeling
Mij te dienen en de mensen te helpen. Daarom kan zulk een door Mij tot
de aarde gezonden lichtwezen zich ook meerdere malen belichamen, als het
geestelijke niveau van de mensen het nodig maakt. Maar steeds zijn deze
belichamingen een voortdurend dienen tot het einde, want mijn wil is in
deze wezens overheersend. Zij maakten zich vrijwillig aan Mij onderdanig
en kunnen daarom hun graad van rijpheid op aarde ook niet meer verliezen.
Nooit zullen lagere geesten over zulk een als mens belichaamd wezen macht
hebben, en nooit zal deze onder hun slechte invloed bezwijken. Nooit kan
dus een reeds volmaakte geest op aarde falen, dat wil zeggen: zijn missie niet
vervullen. Het kan wel voor de mensen lijken alsof een missie afgebroken
is door een plotseling terugroepen in het geestelijke rijk, of door menselijke
maatregelen die het aardse leven voortijdig beƫindigen. Maar daarvan
weet Ik sinds eeuwigheid en grijp toch met mijn macht niet in om de wil
van de mensen niet onvrij te maken. Het verlossingswerk wordt echter voleindigd,
en alles zal zo gebeuren zoals het in mijn heilsplan van eeuwigheid bestemd
is. Ook de volmaaktste geesten uit de hemel zullen zich tijdelijk belichamen
om een geestelijke vooruitgang onder de mensen te bereiken, want zonder
zulke hulp zouden de mensen te zwak zijn voor tegenstand. En dan kunnen
ook de doden uit hun graven verrijzen, en de in de geest volledig blinden
kunnen door een helder lichtende bliksemstraal van boven wakker geschud
- en ziende worden. Dan is het echter de tijd van het einde waarin ook mijn wederkomst te verwachten staat, wat ook steeds werd aangekondigd
door zieners en profeten. Voordat Ik echter kom zal het "grootste
licht" op aarde stralen, maar in het eenvoudigste gewaad. Dat "licht"
(de voorloper) zal nog eens van Mij getuigen zoals hij het gedaan heeft
voor mijn optreden in het vlees op deze aarde, alvorens Ik de mensen die
Ik het evangelie wilde brengen onderwees. Hij was mijn voorloper en zal
het ook nu weer zijn.
U mensen zult hem aan zijn spreken herkennen, want hij kiest dezelfde
woorden en getuigt van Mij zoals hij destijds heeft gedaan. Zijn geest
komt alleen tot de aarde om de wet te vervullen, derhalve moet hij Mij
voorgaan in het volste inzicht van zijn herkomst en zijn opdracht. Hij
doorziet alles en kent ook zijn aardse lot waaraan hij zich echter niet
onttrekt, want dat behoort ook tot het verlossingswerk waaraan hij deel
neemt uit liefde voor de niet verlosten. Hij weet dus dat met zijn dood de
missie pas vervuld is en hij heeft geen ander verlangen dan de uiteindelijke
vereniging met Mij, zijn Heer en Meester, zijn vriend en broeder, zijn
Vader van eeuwigheid. Wanneer hij verschijnt is het einde nabij, want
Ik volg hem spoedig op en maak mijn aankondigingen waar. Mijn wederkomst
is de laatste fase voor de algehele vernietiging van de aarde met alles
wat leeft, en dan wordt vervuld zoals het geschreven staat: Er zal een
nieuwe hemel en een nieuwe aarde ontstaan, waarin Ik midden onder de mijnen
ben. Waar alleen een Herder en een kudde zal zijn omdat allen die leven,
met Mij verbonden zijn en zich openstellen voor mijn verblijven onder
hen. Dan zijn alle mensen op de nieuwe aarde mijn kinderen tot wie Ik
zelf kom als Vader, om hun te geven wat hen zalig maakt.
Amen |