Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.4842
18 februari 1950

Hoe konden dwaalleren ontstaan?

Mijn discipelen waren door mijn geest verlicht en daarom onderwezen zij juist. En wanneer zij mensen voor Mij en mijn rijk wierven, konden zij niet anders spreken dan wat Ik hen in de mond legde, wat mijn geest hen dus openbaarde. En zij leerden dus hetzelfde wat Ik zelf op aarde tot de mensen preekte. Zij onderwezen hen in mijn naam, zij spraken in mijn plaats en zodoende verkondigden zij het zuivere evangelie aan de mensen zoals het mijn wil was. En steeds zullen degenen die eveneens door mijn geest verlicht zijn ook hun ware opvolgers zijn, want zij alleen zullen de waarheid spreken, zij alleen zullen mijn ware vertegenwoordigers zijn op aarde.

Wie echter niet door mijn geest verlicht is en toch predikt die zal ook niet de zuivere waarheid uitdragen. Want een mens in wie mijn geest niet werkzaam is zal de waarheid verdraaien, hij zal aan mijn woord dat Ik eens gesproken heb, een verkeerde uitleg geven. Hij zal dwaling verkondigen, ofschoon hij zich door studie een weten heeft eigen gemaakt, en nu denkt bekwaam te zijn om als leraar zijn medemensen te kunnen onderwijzen. De eenvoudigste verklaring hierover echter is: Waar mijn geest niet kan werken daar is de geest van mijn tegenstander werkzaam, en dat natuurlijk op een wijze die in strijd is met de waarheid. En daaruit volgt hoe gemakkelijk het mogelijk was dat mijn zuivere leer misvormd werd en nu in de vorm van een vertekend beeld de mensen wordt aangeboden.

Om mijn gesproken woord geestelijk te begrijpen, zoals Ik hebben wil dat het begrepen wordt, stelt een werkzaam zijn van de geest in de mens voorop. Het stelt een verlicht denken voorop en dit weer een levenswandel geheel naar mijn wil. Deze levenswandel bestaat echter niet in het vervullen van kerkelijk opgelegde geboden, maar enkel en alleen in het vervullen van mijn geboden, de geboden God en de naasten lief te hebben. Een leven in liefde maakt de mens geschikt als opnamevat van mijn geest. En alleen zo'n mens is bekwaam zijn medemensen te onderrichten. Hij alleen heeft het inzicht van de geestelijke betekenis van ieder woord van Mij.

En dit inzicht is onvoorwaardelijk nodig om de grove dwaling die de mensen uit mijn woord gemaakt hebben te herkennen. Deze kennis die dus door mijn geest aan een mens wordt gegeven die Mij dienen wil, geeft de bevoegdheid te onderrichten en dan geschiedt ook ieder onderricht weer met bijstand van mijn geest. Wie voor Mij werkt zal niets uitspreken dan wat volgens mijn wil is, want Ik wil dat de mensen de waarheid gegeven wordt.

De geest der onwaarheid beheerst echter de mensen, omdat mijn geest, die de waarheid overbrengt, zich niet meer kan uiten aan hen, die van mening zijn de opvolgers van mijn discipelen te zijn; die dus het leerambt uitoefenen en toch zelf niet met de Gever van de waarheid in verbinding staan. Zij leggen wel mijn woord uit, maar de geestelijke zin ervan is hen geheel onbekend. Zij leren wat de vaderen hen leerden. Zonder na te denken nemen zij deze leringen aan en onbekommerd geven zij deze ook verder, er niet aan denkend, dat zij zich ook voor ieder woord eens moeten verantwoorden. Zij zijn dus zelf geestelijk blind, blinde leiders van hun medemensen. In plaats van hen tot de waarheid te brengen, leiden zij de mensen steeds verder van de waarheid weg. Zij stellen een leer als de "leer van Christus" voor, die Ik nooit of te nimmer op aarde verkondigd heb. En dat alleen, omdat zij alleen afgaan op de letter, en de ware zin niet begrijpen, omdat mijn geest hen niet verlichten kan. Zij zoeken de waarheid niet omdat zij denken haar te bezitten. Zodoende zoeken zij Mij niet, en Ik kan hen daarom niet in aanraking laten komen met de waarheid. Want als zij Mij zochten zouden zij ook in liefde leven en Mij ook herkennen, want Ik openbaar Mij aan een ieder die in Mij gelooft en mijn geboden onderhoudt.

Wie mijn volgeling wil zijn moet Mij navolgen zoals mijn apostelen. Hij moet leven in onbaatzuchtige naastenliefde opdat zijn geest in hem zal ontwaken, opdat hij door de liefde de verbinding met Mij aangaat en hij dan door mijzelf onderwezen kan worden zoals er geschreven staat: "U moet allen door Mij onderwezen zijn". Mijn geest zal hem de waarheid binnenleiden en pas dan kan hij Mij op aarde vertegenwoordigen.

Amen