BD.4834
10 februari 1950
Het ware, voor God geldige huwelijk
Voor de huwelijksgemeenschap is absoluut de zegen van God
vereist, daar anders een huwelijk wel op aarde, echter niet in de hemel
als gesloten geldt. Wat zich op aarde aaneensluit in het ongeloof aan
de Schepper en Behouder van alle dingen, in de God en Vader van alle eeuwigheid,
kan geen aanspraak maken op de zegen van God. Hij erkent God niet en dus
erkent ook God geen bondgenootschap, al is het op aarde voor de wet gesloten,
dat wil zeggen aan alle formaliteiten wordt voldaan, die vereist zijn
voor een huwelijkssluiting. Pas wanneer beiden voor God verschijnen met
de vraag, hun verbond te zegenen, wanneer beiden God als hun Heer erkennen,
op wie ze in liefde aansturen, kunnen ze ook van Zijn zegen zeker zijn,
want God is aanwezig, waar Hij wordt verlangd. Hij is in zekere zin getuige
van een verbinding, die gebaseerd is op de liefde voor elkaar. En zo is
het wel begrijpelijk, dat slechts weinig huwelijken er aanspraak op kunnen
maken, te gelden als voor God gesloten, want ook een kerkelijke handeling
vervangt het vervullen van de door God gestelde voorwaarden niet. Want
een kerkelijke handeling kan ook worden voltrokken bij mensen, die zich
zonder liefde verbinden omwille van aardse voordelen, waartoe God nooit
ofte nimmer Zijn zegen geeft.
Het huwelijk is een heilige instelling, die van God uit is beschikt tot
voortplanting van het menselijke geslacht, alsmede tot het gemeenschappelijk
rijp worden van de zielen, die elkaar in liefde zijn toegedaan. Maar het
huwelijk is niet te beschouwen als een verbinding, die zakelijk kan worden
aangegaan, om alleen de zinnelijkheid te kunnen botvieren of om aardse
voordelen te verkrijgen. Het huwelijk is ook geen toestand, die naar believen
kan worden afgebroken of veranderd. Wat voor God rechtmatig is verbonden,
dat wil zeggen waarvoor Gods zegen werd afgesmeekt in eensluidende wil,
blijft ook eeuwig voor God verbonden en kan aards alleen door de dood
worden ontbonden en een tijdelijke scheiding doormaken. Maar meestal verbinden
zich zulke huwelijkspartners ook in het geestelijke rijk en streven ze
er gezamenlijk naar omhoog te gaan. De aaneensluiting van geestelijk gelijkgezinde
zielen is zowel op aarde alsook in het hiernamaals het hoogste geluk en
doel. En wat zich eenmaal door de liefde heeft verbonden, blijft ook verbonden
tot in alle eeuwigheid. Maar slechts zelden zijn er zulke ware, voor God
gesloten huwelijken. En daarom is er op aarde zo zelden diep geluk en
geestelijke overeenstemming te vinden, omdat de mensen in hun zinnelijkheid
dit eerstgenoemde niet achten, maar tevreden zijn met zuiver lichamelijke
sympathie, die echter nooit een diepe liefde kan worden genoemd en ook
nooit blijft bestaan. Alleen wie innig Gods zegen afsmeekt, gaat een waar,
voor God geldig huwelijk aan en dezen leven in harmonie der zielen tot
aan hun lichamelijke dood en ook in eeuwigheid.
Amen |