BD.4803
24 december 1949
Belichaming van vele lichtwezens in de eindtijd
De aardse wereld dient ook de lichtwezens voor hun voltooiing.
Want ze geeft de meeste mogelijkheden om het kindschap Gods te
verkrijgen, dat ook een lichtwezen alleen door een leven in het vlees
op deze aarde kan bereiken. Maar de gang over deze aarde als mens vereist
dan niet de positieve ontwikkeling in de "je moet" toestand;
doch een lichtziel kan zich direct in het vlees laten verwekken, om nu
de vrije wilsbeslissing af te leggen, waartoe haar vaak harde beproevingen
worden opgelegd. Steeds weer dalen lichtzielen af naar de aarde en heel
in het bijzonder in de laatste tijd voor het einde zijn veel van zulke
belichamingen toegestaan, omdat juist deze moeilijke tijd van het aardse
bestaan de hoogste graad van rijpheid waarborgt, evenals echter ook de
dwalende mensen geestelijke leiders nodig hebben, die alleen zulke als
mens belichaamde lichtwezens kunnen zijn.
Zo'n lichtziel was ook Jezus Christus, die een enorm grote en heilige
missie op zich nam, welke de zwaarste eisen aan de wil van een mens stelde.
Zijn ziel was wel volmaakt toen Hij deze aarde betrad, maar toch had deze
graad van licht geen invloed op het aardse bestaan van de mens Jezus,
daar anders Zijn missie - de verlossing van de mensheid - aan waarde verloren
zou hebben. Het waren uiterst zware eisen, die aan de mens als zodanig
werden gesteld. Hij moest, net als ieder ander mens, het lichaam met zijn
wensen en begeerten overwinnen, die buitengewoon sterk in Hem ontwikkeld
waren en wat dus buitengewone zelfbeheersing en kastijding vereiste. Zijn
ziel moest zeer grote verleidingen weerstaan; het was een voortdurende
strijd, die de mens Jezus in Zijn jeugd had te voeren tegen zich zelf.
En daarom waren Zijn liefde, de zachtmoedigheid en het geduld veel hoger
te waarderen, dan die van een zacht mens zonder begeerten, die niets hoeft
te overwinnen, omdat hem niets of weinig aanlokt. De ziel van het licht
kende vanaf het allereerste begin haar missie en ging haar weg over de
aarde, toen de nood van de mensheid dit vroeg. Dus kwam Jezus op een tijd
naar de aarde, waarin de onbeheerstheid onder de mensen de overhand had
genomen en de mensen nu juist een voorbeeld moest worden gegeven, dat
en hoe het mogelijk was, de onbeheerstheid de baas te worden.
Alles, ook het moeilijkste, vermag de liefde door haar kracht. Er bestaat
niets onoverwinnelijks voor een mens, die in de liefde leeft. De liefde
zelf is de kracht en kan dus ook de vrije wil tot ongehoorde kracht maken,
zodat voor de mens alles mogelijk is. Wanneer er nu in de tijd van het
einde buitengewoon talrijke belichaming van lichtzielen op aarde plaatsvindt,
dan wordt aan deze allemaal een missie opgedragen, die liefde en wilskracht
vereisen. Maar al deze zielen is hetzelfde eigen: het goddelijke woord
onder de mensen te verbreiden. Want door wetende zielen wordt hen op aarde
het weten ontsloten, respectievelijk in herinnering gebracht. En het spoort
hen aan, dit weten door te geven aan de medemensen, die in geestelijke
duisternis voortgaan. En dus is dit een kenmerk van diegenen, die van
boven zijn, dat ze ijverig deel hebben aan de verbreiding van het goddelijk
woord, maar let wel: van het woord, dat in het geestelijke rijk zijn oorsprong
heeft.
De leer van de liefde, die Jezus Christus op aarde heeft verkondigd, was
het door God zelf door Jezus gesproken woord en zal het ook blijven, tot
in alle eeuwigheid. En van deze leer van de liefde zal en moet steeds
gewag worden gemaakt, waar een mens voor God wil opkomen. Belichaamde
lichtzielen nu vinden in de verbreiding van deze goddelijke liefdeleer
alleen hun geluk op aarde en dezen zijn de ware vertegenwoordigers van
God op aarde. Wat buiten deze leer wordt onderwezen, is mensenwerk. Wie
daarvoor opkomt, is niet afkomstig uit het rijk van het licht; veeleer
is het rijk van de duisternis zijn vaderland. En lichtzielen zullen steeds
het verlangen hebben om tegen zulke leren op te treden, wat in de eindtijd
buitengewoon vaak zal voorkomen.
Amen |