Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.4786
23 november 1949

Er bestaat maar één waarheid - De gevoelens van het hart

Het staat u wel vrij bij welke geestesrichting u zich aansluit, maar steeds zult u er aan moeten denken dat er maar één waarheid is, dat, omdat de verschillende geestesrichtingen ook verschillende leerstellingen hebben er maar één juiste geestesrichting kan zijn, om welke reden er nooit een onderzoek is te omzeilen, dat ieder kan uitvoeren als hij het maar serieus wil.

Waar er goddelijke openbaringen naar de aarde worden gestuurd, is de waarheid ervan gegarandeerd en daarom kan deze steeds als vergelijking worden genomen. En de waarheid kan alleen daar zijn, waar overeenstemming is met de door het goddelijke woord overgebrachte leerstellingen. Maar is er geen rechtstreekse openbaring als vergelijking voorhanden, dan moet God beslist om ondersteuning worden gevraagd en dan zal de mens ook zeker een juist oordeel verkrijgen, dat wil zeggen: hij zal nu een beslissing nemen om datgene aan te nemen of af te wijzen wat een geestesrichting hem te geloven voorschrijft. Het ernstige verlangen in de waarheid vast te staan en een gebed tot God in geest en waarheid, verzekert hem het juiste inzicht omtrent wat waarheid en wat dwaling is. En zijn hart zal hem zelf aanmoedigen of waarschuwen, zich bij een geestesrichting aan te sluiten, alleen moet hij ook acht slaan op zijn gevoelen, dus niet tegen zijn gevoel ingaan.

Er is geen geestelijke organisatie op aarde die vrij is van dwaling, omdat steeds weer de zuivere waarheid, die aanvankelijk de stichter bewoog ze uit te dragen en de medemensen ervoor te winnen, door mensen een verandering ondergaat. En daarom zal een zoekende mens in elke geestesrichting in twijfel geraken, wat ook goed is, opdat hij zelf de waarheid nagaat en door ernstig nadenken en verbinding met God door gebed en werken van liefde, de geest in zich doet ontwaken, die hem nu naar waarheid onderricht en hem bekend maakt met het ware weten. En daarom kan in elke geestesrichting een mens de waarheid vinden als het hem zelf daarom te doen is.

De blinde moet zich toevertrouwen aan de ziende - de Ziende alleen is God of een door God gewekte en door Hem onderrichte geestelijke leider, die voor de blinde waarlijk een echte steun kan zijn, die hem leiden zal en hem ook kan helpen het licht van zijn ogen te verkrijgen, als de blinde dat zelf wil. Maar een blinde leider zal niet veel zegen stichten, hij brengt ook hen die aan hem zijn toevertrouwd op een dwaalspoor vooraleer hij door zijn wil niet zelf ziende is geworden. Een blinde leider is echter hij die niet uit goddelijke openbaringen zijn wijsheid heeft geput - een blinde leider is hij wiens weten hij weer alleen maar van slecht ziende mensen heeft ontvangen en daardoor zelf niet verlicht werd, integendeel in dezelfde duisternis zijn weg ging als voordien. God bekommert zich om eenieder die naar de waarheid verlangt. Onwetendheid, dwaling en een verduisterde geestestoestand zijn steeds juist daar te vinden waar het verlangen naar de waarheid niet aanwezig is, omdat dit verlangen voorwaarde is, dat God als de Gever van de waarheid en de eeuwige Waarheid zelf, zich aan de mens openbaart, want wie de waarheid verlangt zal ze ook worden aangeboden.

Amen