BD.4743 Voorbede voor geestelijk welzijn Ik wil u allen helpen gelukzalig te worden, maar alleen wanneer uw wil eveneens bereid is, daar Ik anders geen vrije geestelijke wezens verkrijg. Integendeel, Ik zou alleen geoordeelde wezens krijgen die Ik niet mijn kinderen zou kunnen noemen. En daarom moet uw wil dus streven naar volmaaktheid. En daarom zult u mensen wel voor elkaar kunnen bidden, maar de afzonderlijke mens moet zelf bereid zijn de weg naar de voltooiing te gaan. Er kan hem door voorbede alleen kracht worden gegeven, die echter ook door hem kan worden afgewezen als hij zich verzet tegen de toevoer van kracht, dat wil zeggen: als hij geen acht slaat op de innerlijke opwelling richting het goede of de stem van het geweten, omdat hij niet wil, hij dus in zekere zin weerstand biedt aan de invloed van de geestelijke wereld vol van licht, die zich - afgaande op de voorbede van een mens - over hem ontfermt. De mens heeft als gevolg van de voorbede een zeker voordeel, doordat zijn gedachten worden gericht op zijn levensdoel, op de geestelijke ontwikkeling. Hij wordt door middel van gedachten door lichtwezens beïnvloed. Doch hoe hij daarop inspeelt, is aan zijn wil overgelaten, want deze is vrij en is niet onderworpen aan dwang, om welke reden dus de voorbede van een liefdevolle mens om het geestelijke welzijn van zijn medemens, die ander helpen kan, echter niet noodzakelijk helpen moet, daar het van diens wil afhangt. Nochtans is de liefde kracht. Ze werkt opwekkend en kan ook een dode ziel tot leven wekken. De wil kan worden veranderd door liefdevolle voorbede en een mens kan dus redding gebracht worden uit geestelijke nood. Maar altijd moet de liefde de beweegreden zijn voor de voorbede, dan zal ze niet zonder resultaat zijn. Want de weerstand tegen de kracht van de liefde is niet blijvend, omdat de liefde steeds de overwinnaar is, waartegen ook de sterkste wil niet standhoudt, omdat de liefde goddelijke kracht is en alles afdwingt wat ze wil. Amen |