BD.4733
7 september 1949
Tolerantie op geestelijk gebied
Tolerantie op geestelijk gebied is misplaatst als het er
om gaat: de waarheid te verdedigen, dwaalleren in een helder licht te
zetten en tegen de leugen te strijden. Dan moet de rechte weg gevolgd
worden. Er mogen tegen de eigen overtuiging in geen concessies gedaan
worden, zodra een mens in mijn opdracht werkzaam is en hij ook door Mij
in de waarheid onderwezen wordt.
De waarheid echter is en blijft steeds dezelfde. En als Ikzelf een mens
onderricht, dan is deze ook in staat met zijn verstand iets te motiveren
wat hij als waarheid aan zijn medemensen voorhoudt. Is echter de mening
van de medemensen niet in overeenstemming met deze uitleg, dan mag de
verdediger van de waarheid uit Mij niet uit tolerantie toegeven, of de
opvatting van de medemensen ook goed vinden tegen zijn innerlijke overtuiging
in.
Dit zou ook lauwheid zijn in de arbeid voor Mij en mijn rijk die de medemensen
het recht geeft te twijfelen, zowel aan de zending als aan de herkomst
van die geestelijke waarden, die niet met die ijver verdedigd worden zoals
een goddelijke genadegave verdedigd zou moeten worden.
Daarom kies Ik Mij tot "dragers van de waarheid" zulke mensen
die een sterke wil hebben, maar ook verstandelijk voor mijn woord kunnen
opkomen. Die noch de wereld noch mijn schijnbare dienaren vrezen. Ik kies
Mij moedige strijders, opdat zij voor Mij strijden met het "zwaard
van de mond" daar - waar gevaar is dat de waarheid wordt misvormd.
Amen |