BD.4717
19 augustus 1949
De smalle, doornige weg omhoog - Mensen van de wereld
Nog zouden talloze mensen de brede weg kunnen verlaten waarover
ze gaan en de smalle weg opgaan die naar Mij, dus naar hun bestemming
leidt. Nog zouden ze rijke schatten voor zich kunnen verzamelen, hoewel
de tijd tot aan het einde nog slechts kort is. Nog staan hun hulpkrachten
ter beschikking, op aarde en ook in het geestelijke rijk, die hun juiste
leiders zouden geven en aan wie ze zich zonder bedenkingen zouden kunnen
toevertrouwen.
Maar alleen hun wil beslist en zolang deze wil zich niet bewust op Mij
richt, waartoe vooreerst het geloof in Mij aanwezig moet zijn, zolang
de wereld nog op de voorgrond staat, dus alle zinnen van de mens gevangen
houdt, gaan ze nog over de brede weg, die hun aantrekkelijker voorkomt
en die ze daarom niet willen ruilen voor de smalle onaantrekkelijke weg,
die echter de enige weg omhoog is. En toch zouden ze zelf moeten ervaren,
dat de wereld alleen werelds loon kan bieden, terwijl het geestelijke
rijk alleen geestelijk kan worden verkregen, dus met het prijsgeven van
de aardse wereld. Bijgevolg zal ook de levensweg over de aarde ontberingen
en beslommeringen vertonen, die de mens moeten veranderen en rijp laten
worden.
In de laatste tijd voor het einde zal de weg omhoog bijzonder moeilijk
begaanbaar zijn. Doornen en struikgewas zullen hem vaak onbegaanbaar maken
en de wandelaar zal naar hulp van boven moeten omzien, om zonder gevaar
boven aan te komen. En juist deze beslommeringen en moeilijkheden van
het leven moeten het bewijs leveren dat u op de goede weg bent. Want hij
die de wereld regeert, die u voor zich wil winnen, probeert u al het mooie
te geven, uw wensen te vervullen, opdat u hem zult erkennen en zijn rijk
begeren. Er gaan niet veel de smalle, moeilijk begaanbare weg. En daaraan
herkent u reeds de tijd van het einde, want alles is de wereld toegedaan.
De mensen leven een werelds leven en zijn er alleen maar op bedacht hun
lichaam toe te staan wat het wenst.
Maar die de smalle weg gaan, hebben hun blik omhoog gericht. Ze streven
naar het geestelijke rijk. Door middel van gedachten zijn ze met Mij verbonden
en keren ze de wereld de rug toe. Ze kijken niet naar de brede, bekoorlijke
weg, omdat ze die als misleidend herkennen, maar ze zijn ernstig van zins
het ware doel te bereiken.
Er zouden talloze mensen een voorbeeld kunnen nemen aan die anderen en
beproeven, wat hun een levenswandel oplevert die minder het lichaam behaagt
dan de ziel. En het zou er waarlijk beter voor staan met de geestelijke
ontwikkeling der mensen, zoals echter ook met hun lichamelijke gesteldheid.
Want ook aardse noden en kwalen zouden achterwege blijven, omdat de mensen
het niet nodig hadden als ze zelf voor hun positieve ontwikkeling zorg
zouden dragen.
Maar de mensen luisteren niet naar welgemeende raadgevingen. Ze trekken
zich niets aan van mijn woord en mijn aanwijzingen op het nabij zijnde einde.
En zo zal de tijd voorbijgaan zonder resultaat voor de zielen, tot de
dag is gekomen waarop allen ter verantwoording worden geroepen.
Amen |