Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.4665
11 juni 1949

De wereld wil wonderen zien en ziet het grootste wonder niet

Het komt u vreemd voor dat Ik me niet openbaar in alle glorie, dat wil zeggen: dat Ik me niet door ongewone, in het oog vallende verschijningen kenbaar maakt, integendeel - eenvoudig en zonder pracht en praal me alleen door mijn woord daar uit, waar Ik aanwezig kan zijn. De wereld wil wonderen zien, maar de mijnen zien de wonderen overal en herkennen Mij daarom ook in het eenvoudigste gewaad, omdat ze mijn geest bemerken die zich niet als verblindend licht doet kennen, evenwel een zachte maar heldere schijn verspreidt, die van binnen uit straalt, uit het hart, waar Ik zelf kan vertoeven.

De wereld wil wonderen zien en ziet het grootste wonder niet. Want is het dan geen wonder dat u de stem van God mag vernemen, dat Ik zelf met u spreek zoals een vader met zijn kinderen praat? Is het geen wonder dat Ik zelf u opheldering verschaf over vragen die een denkend mens bezighouden en welke hij niet vermag voor zichzelf te beantwoorden? Is het geen wonder dat u zelf de Leermeester in u draagt, die u in de zuiverste waarheid onderricht en u wetend laat worden?

U, die uw God in de verte zoekt, zult dit wonder nooit vatten en daarom ook niet geloven kunnen, want u laat Mij immers niet in u werken, dus kan Ik me ook niet aan u bekend maken. Maar de mijnen, die met Mij door hun gedachten verbonden zijn, die Mij steeds naast zich voelen, zijn onder de indruk van het wonder, alleen verbergt het wonder zich zelfs voor hen, dat wil zeggen: ze kunnen het niet in z'n totale diepte bevatten wat zich aan henzelf voltrekt, omdat ze onbevangen moeten blijven in het verkeer met Mij, opdat ze Mij als Vriend en Broeder toespreken en zich aan Mij toevertrouwen, zonder al te grote schroom voor Mij te voelen. En Ik ben hun daarom meer nabij dan diegenen die Mij met hun verstand willen doorvorsen en toch niet kunnen vinden. Maar aan enigen zal Ik ook verschijnen en dezen zullen dan kunnen getuigen van Mij en Mij als waarachtig bestaand beschrijven en door hun geloof ook de mensen gelovig maken die nog zwak zijn, maar niet zonder geloof. Mijn woord zal voor zichzelf spreken en Mij bewijzen aan de wereld.

De inhoud van datgene wat uit den hogen naar de aarde wordt gestuurd, is een wonder dat meer zegt dan elke onmiskenbare buitengewone gebeurtenis die de mensen als "God bewijzend" zouden willen meemaken. Mijn dienaren op aarde die bescheiden blijven en mijn woord niet in geestvervoering in ontvangst nemen, die het evenzo eenvoudig weergeven zoals ze het van Mij ontvangen hebben, worden weliswaar niet innerlijk opwindend getroffen, maar hun zielen ervaren het genadevolle ongewone beleven en bevinden zich in het licht, zelfs wanneer de mens het als zodanig niet als iets buitengewoons voelt.

Ik weet ook waarom mijn dienaren deze schijnbare ongevoeligheid moeten hebben en zo is ook deze werkzaamheid van Mij toch niet nadelig voor de ziel, maar eerder voordelig.

En laat daarom de waarde van de bekendmakingen door zulke gedachten voor u niet minder worden, maar weet dat Ik zelf bij u aanwezig ben als u mijn stem verneemt en dat deze tegenwoordigheid van Mij waarlijk het grootste wonder is dat maar weinig mensen geloven of bewust meemaken.

Want de wereld wil zien en verbaasd staan, maar niet stil luisteren en bedanken voor elke nog zo in het verborgen gegeven openbaring, maar die het overbrengen van mijn woord van boven voor de mensen betekent.

Amen