BD.4662
9 juni 1949
"Waak en bid opdat u niet in bekoring komt"
Waakzaam moet u zijn en bidden, opdat u niet in bekoring komt.
Van de kant van mijn tegenstander die u van Mij wil vervreemden, is er een onophoudelijke stormaanval tegen u die Mij trouw wilt blijven. Hij wendt alle middelen aan en niet in het minst zulke die u onbekwaam moeten maken de verbinding met Mij tot stand te brengen, opdat hij makkelijk spel heeft, zodra u zwak bent. Hij loert op gelegenheden om u ten val te brengen en alleen wie een sterke wil heeft, wie steeds een innige gedachte naar Mij kan zenden om hulp, zal niet voor hem bezwijken. Roep Mij aan in elke nood van lichaam of ziel, dat noem Ik bidden en waakzaam zijn. Richt uw gedachten opwaarts waarheen hij niet kan volgen en ontvlucht hem beslist en begeef u in mijn hoede. Hij zal u met alle geweld aan de aarde trachten te kluisteren, aan datgene wat zijn deel is en tot zijn rijk behoort. Hij zal u van Mij afvallig willen maken, ontrouw aan geestelijk streven. Hij zal twijfel in u willen strooien en uw gedachten in de war brengen door noden en verschrikkingen, opdat u de weg naar Mij niet meer vindt, opdat u zich verdiept in het wereldse en Mij vergeet.
Waak en bid en maak u los van hem die mijn tegenstander is en bind u steeds meer aan Mij, uw Vader van eeuwigheid die u waarlijk iets mooiers kan bieden dan hij.
Waak en bid, want de verleider is voortdurend om u heen en tracht u te vangen. Wie oplettend is, herkent hem en kan hem ontvluchten.
En wees blijmoedig en vrolijk dat u Mij als voortdurende Beschermer om u heen weet, tot wie u zich zult kunnen wenden, wanneer u gevaar dreigt. Want Ik hoor de zachtste roep die uit het hart komt en sta u bij opdat u in de strijd tegen hem zegeviert. Maar wie te zeer vertrouwt op zichzelf en op eigen kracht en meent mijn hulp te kunnen ontberen, zal het onderspit delven. Hij overschat zichzelf en denkt niet aan de kracht van de tegenstander die sterker is dan hij. Met Mij zult u overwinnen, maar zonder Mij zult u bezwijken en aan elke verzoeking ten prooi vallen. Maar met Mij gaan, betekent mijn tegenwoordigheid toelaten door gebed en werken van liefde.
Dan bent u gevrijwaard tegen alle inmenging van de vijand. Dan is hij machteloos tegenover u, want dan moet hij strijden tegen Mij en Ik ben heel wat machtiger dan hij. Waak en bid, dan heeft hij elk aanknopingspunt verloren. Hij zal u mijden omdat u dan in het licht staat, dat mijn nabijheid uitstraalt en dat voor hem onverdraaglijk is.
Roep Mij aan in elke verzoeking en Ik zal steeds bij u zijn.
Amen |