Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.4607
5 april 1949

De satan gaat rond als een brullende leeuw - Waak en bid

Waar Ik weet dat een kind in nood is, is mijn liefde tot elke hulp bereid en Ik zal het redden uit de macht van hem die mijn tegenstander is en de vijand van mijn kinderen. Waar een ziel worstelt en mijn wil probeert te vervullen, hoeft waarlijk de macht van mijn tegenstander niet gevreesd te worden, want Ik bekommer me vol zorgen om hen die tot Mij willen doordringen. En Ik verlaat mijn kinderen niet in hun nood en Ik zal een muur rond hen oprichten, waar niemand overheen kan klimmen, tenzij Ik zelf de poort open en hen er naartoe leid.

De satan gaat rond als een brullende leeuw, zoekende wie hij kan verslinden.

Denk aan deze woorden en verwonder u niet, want de tijd van het einde is gekomen, terwijl hij weet dat hij niet veel tijd meer heeft en waarin hij met alle krachten werkt aan de ondergang van mijn schepselen, waarin hij middelen aanwendt die hem succes moeten bezorgen. En Ik zeg u dat u moet waken en bidden, opdat u niet in handen valt van de verleider. Hoe vaak heb Ik u niet gewezen op de gevaren waarin u verkeert, want er begint een hevige strijd tussen de krachten van het licht en de duisternis. U allen zult deze strijd aan den lijve ondervinden, maar in het bijzonder diegenen die een geestelijk leven leiden naast het aardse. Want dezen lopen met hun gedachten aan Mij rond en lokken daarom bijzonder de vijandelijkheden van mijn tegenstander uit en deze wil hij doen stoppen. Zijn manier van strijden is vaak succesvol omdat hij de zwakheden van de mensen kent en daar inzet om hen te overmeesteren. Maar onmetelijk veel genaden staan u, mensen ter beschikking. U zult de zege over hem kunnen behalen met mijn hulp. Vrees hem niet maar treed hem moedig tegemoet, weet dat u sterk bent en onaantastbaar als u Mij liefhebt en in stilte een gedachte naar Mij opzendt dat Ik bij u blijf in de strijd tegen hem.

En hij zal vluchten voor u omdat hij mijn nabijheid niet kan verdragen. U bent sterker dan hij zodra u met Mij ten strijde trekt.

Ik heb geen deel aan datgene wat steeds uit de onderwereld te voorschijn komt. Ik blijf bij mijn kinderen als deze kinderen van Mij, die zich aan de Vader vrijwillig ter beschikking stellen, Hem maar gehoorzamen, zodra Hij hun Zijn wil voorlegt die de arbeid in Zijn wijngaard betreft. Ik noem hier mijn kinderen die de stem van de Vader herkennen en letten op Zijn roep - en als Ik hun taken geef helemaal bereid zijn zich voor Mij in te zetten, dus onderrichtend werkzaam te zijn zodra Ik hem als onderwijzende kracht opleid. Wie nu als mijn kind wil worden aangenomen, moet dan ook als een kind naar de Vader gaan en van Hem voor zichzelf de aanwijzingen inwinnen voor zijn levensweg. En als Ik nu vraag dat mijn leer wordt verbreid, als Ik zelf door de stem van de geest mijn leer naar de aarde laat komen, dan moet deze leer heilig zijn voor hem en hij haar als zuiverste waarheid uit de hemelen aannemen en hoogschatten. Maar dan zal ze voor hem ook steeds het beste en heiligste blijven, dat hij niet meer weggeeft, omdat het kracht is van boven, die onwillekeurig ook omhoog trekt. Maar mijn gave opofferen betekent een ernstige overtreding tegen de gehoorzaamheid die een kind Mij is verschuldigd en kan bijgevolg niet tot heil strekken. En dan zult u de invloed van de tegenstander kunnen beseffen en u zult u daarvoor moeten beschermen.

Daarom maak Ik u opmerkzaam en duid u de tekens aan waaraan u hem zult kunnen herkennen: Hij zal als engel des lichts verschijnen bij hen wier geloof nog zwak is en hen verblinden, en hun ogen zullen zwakker en zwakker worden en uiteindelijk het juiste niet meer inzien, omdat ze al te gewillig naar hem luisterden en zich door zijn masker lieten bedriegen. Maar hij heeft alleen dan macht over u, zodra u twijfelt aan de zuivere waarheid. Dan maakt hij gebruik van uw onzekerheid en voert u op dwaalwegen. Want hij gaat rond als een brullende leeuw, zoekend wie hij kan verslinden. U echter moet waken en bidden opdat u niet in bekoring valt.

Amen