Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.4574
27 februari 1949

Het verrichten van verplichte diensten wordt beoordeeld naar de graad van liefde

U zou van elke levenskracht gebruik moeten maken, u rijkdommen van onvergankelijke aard te verschaffen, dat wil zeggen: alles wat u denkt en doet zou als beweegreden de dienende naastenliefde moeten hebben, dan zou het heil van uw ziel verzekerd zijn voor de eeuwigheid. Deze eis mijnerzijds mag u onvervulbaar voorkomen en toch verlang Ik niets van u wat uw kracht te boven gaat, wat onuitvoerbaar zou zijn.

Maar denk er eens over na dat ook de dagelijkse vervulling van uw plichten op verschillende manieren kan worden opgevat, dat u plichtmatig zult kunnen handelen zonder daarbij de minste liefde voor de naaste te voelen, die u dus plichtmatig van dienst bent, maar dat u ook elke handeling zult kunnen uitvoeren aangespoord, van binnen uit, door de liefde en dat deze handelingen, ofschoon ze ook dagelijkse verrichtingen zijn die moeten worden uitgevoerd, door Mij anders gewaardeerd worden en de rijpheid van uw ziel vergroten.

De liefde is alles, ze geeft elke daad waarde, en daarom kan een mens nog zo plichtsgetrouw zijn vanuit een correct gedrag, zonder liefde zullen het steeds slechts daden van het lichaam zijn, die Ik alleen werelds beloon, maar die geen geestelijke rijkdom opleveren, want dit hangt alleen maar af van de graad van liefde, waarin ook de verplichte verrichtingen worden uitgevoerd. Hoeveel meer zou u zich kunnen verwerven als u dus elke levenskracht zou benutten om in naastenliefde te werken, zodat, wat u doet, gedragen wordt door de wil om te helpen waar uw hulp nodig is.

Wat u verplicht bent te doen, waar dus uw vrije wil is uitgeschakeld, zijn slechts daden voor de wereld, ofschoon ze ook een geestelijk karakter kunnen hebben - waar dus verrichtingen die gepresteerd moeten worden, geëist worden, die wel op zichzelf werken van naastenliefde zijn, maar door ze plichtmatig uit te voeren alleen zuiver wereldlijk door Mij worden beoordeeld, omdat de liefde van het hart daarbij ontbreekt. Ik kijk naar het hart en laat me niet om de tuin leiden door vrome woorden of gelaatsuitdrukkingen. Ik weet hoeveel het hart erbij betrokken is, maar Ik zegen ieder die enkel uit de wil om te helpen ook de menselijke verplichtingen nakomt, die elke verplichte arbeid met innerlijke vreugde uitvoert, daardoor de naaste van dienst te kunnen zijn, en die daardoor ook de verplichte verrichtingen tot een vrijwillige werkzaamheid maakt en zijn levenskracht op een wijze gebruikt die hem het grootste loon in de eeuwigheid oplevert. Want hij verzamelt op aarde waarlijk geestelijke goederen en zal in het geestelijke rijk niet arm binnengaan, integendeel vol van kracht ook daar werkzaam kunnen zijn, waartoe zijn liefde hem aanspoort, terwijl de vlijtigste mens op aarde krachteloos en arm aan de poort des doods zal staan, omdat hij alleen bezig is voor de wereld, omdat de dienende naastenliefde hem nooit tot zijn werkzaamheden op aarde aanzette, veeleer er slechts wereldlijke eisen werden vervuld, weliswaar vanuit een ijverige plichtsvervulling, maar gehoorzamend aan de dwang, niet uit vrije wil.

En daarom kan hetzelfde werk en dezelfde arbeidsprestatie een heel verschillend resultaat opleveren. Ze kunnen zuiver wereldlijk beloond worden, maar ook onvergankelijk loon opleveren en aan dit laatste moet u zich alles gelegen laten liggen, opdat uw aardse leven niet nutteloos zal zijn, want nooit meer zult u in het hiernamaals datgene kunnen inhalen wat u op aarde hebt verzuimd.

Amen