BD.4566
14 februari 1949
Vrees hen niet die wel het lichaam, maar niet de ziel kunnen
doden
Vrees hen niet die u aards kunnen schaden maar veeleer hem,
die uw ziel in de afgrond zoekt te trekken. Maar ook hem kunt u moedig
weerstaan als u Mij aan uw zijde roept, want dan zal hij niets tegen u
kunnen uitrichten. Dan heeft u een Schild waardoor u onkwetsbaar bent
en uw ziel is dan tegen elk gevaar beschermd.
Maar de wereld zal u erg verdrukken en haar machthebbers zullen trachten
u te vernietigen, omdat zij optreden tegen ieder die Mij trouw is. Zij
willen Mij niet erkennen als hun Heer en eisen daarom alle macht en verering
voor zichzelf op. U zult dus erg verdrukt worden en kunt toch onbezorgd
en onbevreesd de strijd aanvaarden omdat Ik als uw Legeraanvoerder met
u ten strijde trek en voor u vecht, zoals u ook voor Mij en mijn naam
strijdt. Daarom zal de overwinning ook de uwe zijn.
Streef er naar dat uw geloof steeds dieper en onwankelbaarder wordt, dan
zal ook iedere vrees verdwijnen voor hen die alleen het lichaam kunnen
doden.
Geef meer acht op het leven van de ziel, dan laat al het wereldlijke,
verlokkingen en bedreigingen, u volledig onberoerd en u leeft dan alleen
volgens mijn wil. Als de eisen van de aardse machthebbers tegen mijn wil
gericht zijn zult u hen herkennen als afgezanten van satan en u zult elke
vrees voor hen verliezen, want uw geloof geeft u de kracht om te weerstaan.
U heeft dan geen vrees meer voor de wereld en haar aanhangers maar houdt
uzelf meer en meer vast aan Mij, als aan Degene voor wie u ontzag heeft
en die tegelijkertijd door u bemind wordt.
Wie echter zwak van geloof is zal angstig worden en ook de aardse maatregelen
met bezorgdheid gadeslaan. Wie zwak van geloof is voor die ben Ik niet
altijd tegenwoordig. Hij heeft nog te veel aandacht voor de wereld ofschoon
hij haar niet begeert, maar hij blijft er niet onberoerd door want ze
beheerst nog zijn gedachten en zij houdt hem nog teveel af van het geestelijke
streven. En deze zal ook bevreesd zijn en zodoende door het aardse geweld
erg in het nauw gebracht worden. Maar Ik wil hem van die vrees afhelpen
en zou hem willen toeroepen: Ik zal u altijd tot Redder zijn als u maar
helemaal gelooft in mijn liefde en mijn macht.
Ik vermag alles en Ik wil ook alles doen wat u tot zegen strekt, geloof
dat en weet dat Ik u steeds ter zijde sta als satans volgelingen u bedreigen
en u van Mij willen afbrengen. En bent u zich bewust van mijn tegenwoordigheid,
dan zal alle angst verdwijnen en zonder vrees zult u de vijand het hoofd
bieden. Door het geloof in Mij bent u sterk en u heeft dan geen vrees
meer voor uw lichamelijk leven, omdat u weet dat er geen dood bestaat
voor hen die in Mij geloven. Dat dus wel uw lichaam gedood kan worden
maar nooit de ziel, dat Ik echter ook uw lichamelijk leven behoed zolang
uw uur nog niet gekomen is.
Amen |