BD.4483
10 november 1948
Gebed in geest en in waarheid - Vereiste tot het werkzaam zijn van de Geest
U zult de stem van de geest in u alleen kunnen vernemen nadat u uw hart opent door innig gebed. En dit gebed moet in geest en in waarheid tot Mij zijn gericht, daar Ik anders mijn oor zal sluiten en u tevergeefs zult wachten op goddelijke verlichting. Dit is een wet die vervuld moet worden, wat echter niet altijd vervuld werd, waar de verlichting van de geest vereist was om in de zuivere waarheid te worden onderricht.
Wie als leraar en leider verantwoordelijk is voor de zielen van hen die hij onderrichten zal, die moet eerst zelf in de waarheid vaststaan en door innige verbinding met Mij het doen toekomen van de waarheid mogelijk maken. Hij moet weten dat Ik en de Waarheid één zijn, dat dus de waarheid niet kan worden ontvangen zonder Mij en dat de verbinding met Mij tevoren tot stand moet worden gebracht, daar anders ook de verbinding met de waarheid niet kan worden bereikt. De verbinding met Mij is echter afhankelijk van de vrije wil van de mens en deze moet zich daarom uit zichzelf tot Mij wenden, wat door innig gebed gebeurt, door gebed in geest en in waarheid.
Wie zo zal bidden, die zal ook mijn stem vernemen, diens gedachten zullen zo geleid worden dat ze zich in de waarheid ophouden, hoewel mijn woord voor hem niet klinkend waarneembaar is vanwege een gebrekkige zielenrijpheid. Want dit stelt een bepaalde graad van rijpheid voorop, die niet door alle om de waarheid vragende mensen bereikt wordt. En daarom kunnen ook mensen die verstandelijk te werk gaan, in de waarheid vaststaan als ze tevoren de innigste verbinding met Mij tot stand hebben gebracht, echter moet ook hun levenswijze overeenstemmen met mijn wil. Er moet door hen een leven in liefde worden geleid, omdat anders mijn werkzaam zijn door de geest bij hen onmogelijk is. Want Ik, de Liefde en de Waarheid zijn één.
Steeds weer moet u mensen dit begrijpelijk worden gemaakt, dat u aan de vruchten de geest van de mensen zult herkennen en dus nooit een juist denken zult kunnen toekennen aan degene die niet naar mijn wil leeft. En zo zult u steeds een maatstaf hebben als u de verwezenlijkingen van een mens op hun geloofwaardigheid zult willen onderzoeken. Wie in de liefde leeft, Mij erkent en de waarheid zoekt, die zal ook in de waarheid vaststaan en zijn denken zal juist zijn, want diens geest zal Ik verlichten, opdat door hem de waarheid zal worden verspreid.
Amen |