BD.4369 De nieuwe aarde - Scheppingen - Het paradijs De nieuwe aarde zal weer gevormd zijn in overeenstemming met de oneindige liefde van God en Zijn niet te overtreffen wijsheid. Alle scheppingen zijn weer dragers van het geestelijke dat zijn onderbroken ontwikkelingsgang nu kan voortzetten en ook tot de snelste beëindiging kan brengen. Want de materie heeft een minder lange bestaansduur. Dat wil zeggen: ze is eveneens in voortdurende verandering. Het ontstaan en vergaan wisselt in kortere tijd en bijgevolg kan het geestelijke zeer snel de vorm verlaten en de eerstvolgende vorm betrekken. En weer is het de taak van elk afzonderlijk scheppingswerk de instandhouding van andere scheppingen te dienen. De mensen van de nieuwe aarde zullen, in overgrote wil om lief te hebben, onophoudelijk bezig zijn en bijgevolg ook alle scheppingswerken nodig hebben, zodat deze hun dienende taak geheel en al kunnen vervullen. Bovendien zal ook de materie als zodanig geen groot weerstandsvermogen bezitten, uitgezonderd de harde materie van de basisschepping die - daar ze het aan God weerspannige geestelijke bevat dat veroordeeld werd tot de hernieuwde kluistering - een bijna onverwoestbare massa is die weer eindeloze tijd nodig zou hebben om op te lossen, wanneer God niet in Zijn grote barmhartigheid het vrij worden versnelde volgens een wijze opzet om dit geestelijke te verlossen. Op de nieuwe aarde kan de vormverandering van het geestelijke sneller gaan, omdat de mensen al een graad van rijpheid hebben, waarbij ook het nog gebonden geestelijke in de dieren- en plantenwereld zich vrijwillig aan hen onderwerpt. Het voelt de liefde van de mensen en geeft daarom veel gemakkelijker de weerstand op. Het dient hen vrijwillig - al is het ook onder de wet van moeten - en gaat daarom eveneens sneller opwaarts. En zo is de materie op de nieuwe aarde ook vlugger vergankelijk. Dat wil zeggen: het ontstaan en vergaan van steeds nieuwe scheppingen volgt elkaar snel op, maar daarom zijn ook alle scheppingen bijzonder bekoorlijk om aan te zien en ze maken de mensen gelukkig in hun veelzijdigheid en vormen die het oog verblijden. Wie de oude aarde nog heeft bewoond, dus op de dag van het oordeel hoorde bij hen die zijn opgenomen, kan zich niet genoeg verbazen over de afwisseling en de heerlijkheden van de nieuwe aarde. En het is voor hen een waar paradijs, omdat alleen goede krachten aan het werk zijn en elke beïnvloeding door krachten die van God zijn afgekeerd, onmogelijk is. Deze mensen zullen het beste de wonderen van God in hun volle omvang kunnen beseffen en waarderen, want ze hebben de oude aarde met al het goede en slechte nog in hun geheugen. De volgende generaties zullen alleen maar horen over de oude aarde. En hoe verder de tijd vordert, des te vanzelfsprekender beschouwen ze de scheppingen van de nieuwe aarde. En dus verflauwt dan ook de liefde voor God, hoewel er een lange tijd overheen gaat, waarin de nieuwe aarde nog een paradijs kan worden genoemd, waar liefde onder de mensen heerst en God zelf onder de zijnen vertoeft. Deze tijd mee te maken is waarlijk ook het moeilijkste leven op aarde waard. Want God zelf heeft de mensen grenzen gesteld. Hij zal Zijn stam op zich gericht houden en tot aan het einde van deze aarde getrouw leiden door leed en nood heen. En Hij zal de tijd verkorten, opdat de zijnen gelukzalig worden. Doch alles zal vergeten worden door de bewoners van de nieuwe aarde, want de gelukzaligheid weegt duizendvoudig op tegen de tijd van rampspoed. En steeds weer moet daarom de aanmaning aan de mensen worden toegevoegd: Houd vol en blijf God trouw. Hij zal het u eeuwig lonen en Zijn liefde zal u kracht geven als u die nodig hebt. Amen |