BD.4352
25 juni 1948
Vereniging met God - School van het lijden
Een voor u onbegrijpelijk verlangen naar de vereniging met mijn schepselen brengt Mij ertoe u voortdurend een school te laten doorlopen,
waardoor u de volkomenheid van de ziel moet verkrijgen, want zonder een
bepaalde graad van rijpheid kan die vereniging niet plaatsvinden. Mijn
liefde is waarlijk alleen op uw welzijn bedacht, maar dat Ik middelen
toepas die u aan mijn liefde doen twijfelen, is door uzelf gewild - al
is het ook onbewust. Want uw instelling tegenover Mij lokt het gebruikmaken
ervan uit daar u zich niet aanpast aan de ordeningswetten, die de volkomenheid
van uw ziel bevorderen zonder lijden - omdat u de wet van de liefde niet
nakomt, en die kan niet ontdoken worden als u tot volle ontwikkeling wilt
komen. En dus zullen mijn opvoedingsmiddelen steeds scherper worden hoe
verder u zich van de liefde verwijdert.
De schooltijd is nu echter spoedig afgelopen en ieder mens zal het examen
moeten afleggen. Wie dit doorstaat zal zalig worden in de vereniging met
Mij, wie echter faalt wordt een tweede schooltijd, die hij onder veel
moeilijker voorwaarden moet doorlopen niet bespaard. Ik laat mijn schepselen
niet vallen en de uiteindelijke vereniging moet en zal eenmaal plaatsvinden,
maar er kunnen nog eindeloze tijden voorbijgaan, en het moment van verlossing
bepaalt de mens zelf want hij moet in vrije wil de vereniging met Mij
aanvaarden. Ik kan hem alleen bijstaan, dwingen kan Ik hem echter niet.
Laat u dit gezegd zijn; dat Ik al mijn schepselen en dat mijn liefde nooit
ophoudt, nochtans voer Ik mijn plan van eeuwigheid uit, ook als u er geen
liefde in kunt ontdekken. Maar het gaat om uzelf, om uw geestelijke
vooruitgang, het gaat om een eeuwig leven. Nog bent u, die nu op aarde
leeft, geestelijk dood, uitgezonderd de weinigen die reeds geestelijk
wedergeboren zijn. Nog bespeurt u niets van een leven in u en beëindigt
u nu in deze staat uw aardse leven, dus vervalt u in een krachteloosheid
die voor u de dood betekent. U bevindt zich dan in de diepste duisternis
en bent totaal machteloos en zonder kracht, toch met de wetenschap dat
u bestaat. Die toestand is zo pijnlijk dat mijn liefde u dit besparen
wil, en daarom probeer Ik u op aarde reeds tot leven aan te sporen. Ik
tracht u licht te geven opdat u in vrije wil de staat van leven nastreeft.
Iedere tegenstand in uw leven zal er toe bijdragen dat u werkzaam wordt,
en werkzaamheid is leven. Aardse activiteit is op het moment van de lichamelijke
dood afgelopen, u moet echter actief zijn in het geestelijke rijk, en
daarom moet u voor de school van de geest geslaagd zijn, die voor u ook
meestal een school van lijden moet zijn - daar u anders niet uitrijpt.
Toch geef Ik u de verzekering dat Ik u liefheb en dat ieder gebeuren dat
voor u lijden veroorzaakt, alleen maar op mijn liefde is gebaseerd. Ik
wil u opvoeden tot mijn kinderen daar mijn vaderliefde u niet verliezen
wil, en omdat Ik wil dat u als mijn schepselen niet verre van Mij verwijlt
- maar zich met Mij verenigt en zalig wordt.
Amen
|