BD.4320
1 juni 1948
Het heden brengt het einde
En Ik zeg u steeds weer: u zult het einde meemaken. Het is
een dringend roepen dat Ik als waarschuwing de mensen doe toekomen die
nu op de aarde leven. Het is een roep die Ik nog zal versterken, omdat
het nodig is dat u de zekerheid loslaat nog veel tijd te hebben, omdat
het nodig is dat u zich bezighoudt met het denken aan een plotseling einde
en dichter bij Mij tracht te komen.
U hebt nog slechts weinig tijd en u zult zeer spoedig uit uw rust worden
opgeschrikt, er zal een angst in uw hart komen, die u alleen zult kunnen
bezweren door Mij aan te roepen, door gelovig gebed, dat u kracht en rust
zal geven. De tijd is vervuld, en of u zich ook tegen deze gedachte verweert,
u moet voorbereid zijn op alles wat het einde met zich meebrengt.
Jullie zijn het die de laatste strijd meemaken, die hem moeten doorstaan.
Jullie zijn het die het laatste gericht meemaken, die, óf mijn
komen in de wolken en het thuishalen van de rechtvaardigen, óf
het laatste vernietigingswerk zich zien afspelen, al naar uw instelling
tegenover Mij, naar uw wil en uw liefde. Jullie zijn het die moeten beslissen,
omdat er voor jullie na de dood geen binnengaan in het rijk hierna meer
is als jullie je tot de tegenstander wenden, maar je gang door de schepping
van de nieuwe aarde opnieuw zult moeten afleggen volgens mijn raadsbesluit
van eeuwigheid.
Verwacht het einde niet in de toekomst, maak u vertrouwd met de gedachte
dat het heden u het einde brengt, dat u zelf wordt getroffen en dat alles
over u zal komen wat zieners en profeten hebben voorspeld in mijn wil.
Ik kan er alleen steeds weer op wijzen, en als bevestiging van mijn woord
van boven tot u spreken. En Ik zal dit binnenkort doen, omdat de tijd
voor het einde dringt.
Ik zal u, die de mijnen bent door uw wil Mij te dienen, nog eenmaal kort
tevoren op de hoogte brengen, opdat u niet onvoorbereid de dag meemaakt.
Want ofschoon u gelooft dat mijn woord waarheid is, neemt ook u mijn voorzegging
nog niet ernstig genoeg. U houdt nog steeds rekening met een laatste uitstel,
maar nooit met mijn spoedig komen, dat u echter te wachten staat. Maar
heel vurig zult u Mij verwachten als de tijd van de geloofsstrijd is gekomen
en u de laatste fase van deze aardperiode bent binnengegaan.
Dan zult u geleerd hebben de wereld te verachten, u zult geen verlangen
meer koesteren naar aardse goederen, u verlangt alleen nog maar mijn woord
en in het woord zal Ik ook steeds bij u zijn en troost schenken tot op
de dag dat Ik zal verschijnen in de wolken, daar uw nood ontzaglijk groot
is geworden en er alleen nog maar hulp vanuit Mij kan komen. U zult er
met zekerheid op moeten rekenen dat u deze tijd meemaakt, als Ik niet
de een of ander van mijn dienaren voortijdig tot me roep naar wijs goeddunken.
U allen zult verrast zijn hoe spoedig de gebeurtenissen zich voordoen
die Ik lang tevoren heb aangekondigd door de stem van de geest. En zo
Ik me eenmaal openbaar, gaat het met reuzenschreden op het einde af. Wie
een diep geloof heeft, zal niettegenstaande nood en leed innerlijk juichen,
want hij weet dat eens de vereffening zal komen, dat eens de nood een
einde neemt, dat er een nieuwe tijd begint, weer met het paradijs zoals
Ik het heb beloofd.
Amen |