BD.4315
27 mei 1948
Geestelijke debatten zijn nodig om opheldering te geven
Geen gelegenheid mag u voorbij laten gaan waar u werken kunt
voor Mij en mijn rijk, waar u spreken kunt over dat wat mijn geest u bekend
maakt. Er zullen vragen opgeworpen worden waarvan het u alleen mogelijk
is ze te beantwoorden en er zullen velerlei meningen ter sprake komen,
u echter zult die alleen op de juiste manier met overtuiging kunnen uitleggen,
want U alleen staat vast in de waarheid, u bent door Mij onderricht en
hoeft daarom geen tegenwerping te vrezen. U zult iedere valse opvatting
onderkennen omdat u wetend bent.
Uw taak echter bestaat daarin, dat u de stoot geeft voor debatten van
geestelijke aard, dat u nooit vreest te spreken, dat u zich altijd voelt
als mijn dienaren die voor hun Heer ijverig bezig zijn - en dat u zich
steeds bewust bent van uw missie. Als het u innerlijk aanspoort, geef
er dan gevolg aan en doe wat uw hart u ingeeft te doen. En als het van
u verlangt te spreken spreek dan, want dan spoor Ik u zelf aan om geestelijk
werkzaam te zijn.
Het zal altijd mijn wil zijn dat er van mijn woord dat van boven komt
melding gemaakt wordt, het zal altijd mijn wil zijn dat de mensen onder
elkaar hun gedachten uitwisselen over geestelijke vragen en altijd zal
Ik zelf daartoe de impuls geven en u de weg effenen, dat wil zeggen: het denken
van de mensen richten op die problemen die Ik bereid ben te verklaren.
Dus mag u ook steeds overtuigd zijn dat Ik tegenwoordig ben bij alle gesprekken
van geestelijke aard en dat Ik uw gedachten de juiste richting geef, uw
mond de gave om te spreken en uw verstand de juiste oordeelskracht.
En daarom kunt u vrij uit uzelf spreken en u zult altijd volgens mijn wil spreken, want u bent alleen mijn werktuigen waardoor Ik zelf Mij uit.
U mag echter niet beschroomd zijn en zwijgen als het nodig is om te spreken.
U zult resultaat boeken en die debatten zullen veel bijdragen om zaken
op te helderen en de mensen prikkelen nu voor hun meningen uit te komen,
wat altijd als gevolg heeft dat mijn lichtwezens tussenbeide komen en
proberen hun invloed te doen gevoelen. Dan hebt u het veld voorbewerkt
en het zaad uitgestrooid dat goede vruchten zal voortbrengen.
Amen |