BD.4116
2 september 1947
De ondergang van de oude aarde - Lichamelijk beleven -
Waarschuwing
Ik heb u verkondigd dat u de ondergang van de oude aarde
nog lichamelijk zult beleven, en Ik herhaal het opdat u gelooft. Uw geloof
is zwak, en u verzet er zich innerlijk tegen dat u in het laatste der
dagen leeft. Maar mijn geest spreekt aanhoudend tot u en verkondigt dat
het tijdstip van het einde nadert. Waarom wilt u het niet geloven, terwijl
u anderzijds de waarheid van mijn boodschappen niet ontveinzen kunt?
En waarom hoopt en rekent u op een vooruitgang, op een verbetering van
aardse verhoudingen? Waarom lijkt u de gedachte aan een einde, verbonden
met een totale vernietiging van de oude aarde ongeloofwaardig en onaannemelijk?
Omdat u zelf nog graag wilt leven en niet voorbereid bent omdat u zich
zo weinig in mijn woord verdiept, dat u in alle klaarheid de noodzakelijkheid
uiteenzet van een totale omvorming der oude aarde en dat u tot het diepste
geloof zal voeren als u zich met een Mij toegewijde wil er in verdiept,
en ieder woord als uit de hemel komend aanneemt, en er naar leeft.
Zelfs u, die mijn woord verspreiden wilt, laat uzelf nog door twijfel
plagen en u komt daarom nog niet overtuigd genoeg voor mijn woord op,
en u laat zich door tegenwerpingen zwak maken. Uw geloof is niet sterk
genoeg, ondanks uw goede wil Mij te dienen. Het leven is voor u nog te
reëel, en u kunt het niet met de geestelijke bestemming der mensen
overeen brengen. En het gevolg daarvan is dat u zich niet ijverig genoeg
inzet, voor wat Ik u voor de komende tijd verkondig.
U neemt zelfs mijn woord niet ernstig genoeg, zodat Ik steeds weer hetzelfde
tegen u spreken moet, namelijk dringend wijzen op het naderend einde. U zult
het nog lichamelijk beleven, zegt dat niet genoeg? En weet u welke leeftijd
u nog bereiken zult? Kan u misschien ook niet een kort leven beschoren
zijn? Ik alleen weet de dag die de laatste zal zijn, en Ik houd het geheim.
Maar Ik wil u toch zeggen dat die dag niet ver meer af is, en dat u Mij
dienen zult tot het einde. Dus moet u ook geloven dat u die dag zult beleven.
U zult dan goede arbeiders voor Mij zijn, want een overtuigd geloof zal
u ook overtuigend doen spreken. En zulke boden heb Ik op aarde nodig,
die de mensen overtuigen en hun voorhouden hoe nodig mijn werken op aarde
is. Die hun voorhouden in welke geestelijke nood de mensheid verkeert,
als haar geen hulp gebracht wordt. U ontvangt reeds mijn woord en bent
daarom in kennis gevorderd, maar desondanks wilt u het niet geloven, ofschoon
u het niet afwijst en uzelf er niet vijandig tegenoverstelt.
Daarom spreek Ik steeds nadrukkelijker tot u, want een diep geloof is
nodig als uw woorden bij uw medemensen succes willen hebben. Als uzelf
overtuigd bent dat wat u hoort door de stem van de geest de volle waarheid
is, dan bent u een ware vertegenwoordiger van mijn woord op aarde. Dan
leent u Mij uw mond, zodat Ik Mij zelf daardoor uiten kan. En dit is uw
opdracht in de komende tijd: dat u het spreekorgaan bent voor Mij; daar
Ik anders Mij zelf niet aan de mensen openbaren kan. Het is echter beslist
nodig dat zij Mij zelf vernemen, ofschoon zij niet altijd mijn stem herkennen
kunnen.
De nood op het laatste der dagen drukt zo zwaar op de mensen, dat zij
zonder mijn hulp en zonder mijn woord zouden vertwijfelen. Maar spreek
Ik zelf tot hen, dan zullen zij sterk zijn en de grootste nood kunnen
weerstaan omdat mijn woorden hun kracht zullen geven. En daarom moet u
Mij uw diensten aanbieden, omdat zonder dwang op de mensen moet worden
ingewerkt. Ik zelf kan steeds aanwezig zijn waar u als bemiddelaar de
mensen in geestelijke gesprekken betrekt, en op die manier het contact
hersteld wordt tussen Mij en de mensen. Zij hebben dringend mijn woord
nodig en worden op die manier onderwezen, willen zij standhouden tot het
einde. En het einde komt spoedig, dat roep Ik u steeds weer toe. U moet mijn woorden geloven en in vol vertrouwen de toekomst tegemoet gaan, die
zich onthullen zal zoals Ik het lang tevoren aangekondigd heb in woord
en geschrift.
Amen |