BD.4094
31 juli 1947
Een wijzen op het einde - Natuurgebeuren
Nog slechts een korte spanne tijds gaat er nog voorbij tot
het einde van deze wereld. En in deze korte tijd wend Ik alle middelen
aan u ertoe te brengen uw ziel om te vormen. Ik laat me aan de mensen
horen nog voor het laatste gericht is te verwachten. Dus zult u, mensen
eerst deze uiting van Mij tegemoet moeten zien, voor u rekening houdt
met het einde. Maar dit volgt zeer snel op het voorafgaande.
Steeds weer moet Ik u hetzelfde aankondigen, anders schenkt u te weinig
geloof aan mijn woorden; steeds weer moet Ik u daarop wijzen, omdat u,
mensen thans te weinig geestelijk ingesteld bent, dus ook woorden die
u van boven worden aangeboden niet veel anders beoordeelt dan uitspraken
van mensen, ja eerder met deze laatste instemt en er aandacht aan schenkt,
als zijnde onderrichtingen waarvan de inhoud alleen maar uw ziel van pas
komt. Wat moet Ik dus doen om u datgene wat noodzakelijk is voor uw zielenheil
nadrukkelijk voor ogen te houden.
Wanneer mijn woord u niet vermag over te halen om met de arbeid aan uw
ziel een begin te maken, dan moet mijn stem luider klinken, opdat u schrikt
en Mij roept in de angst en de nood die u zal overvallen in het aangezicht
van het einde. En op deze gebeurtenis, die zich in de natuur afspeelt,
wijs Ik u met alle aandrang, al verleent dit gebeuren toch pas mijn woord
de bevestiging van zijn echtheid, die door de mensen meestal in twijfel
wordt getrokken.
Maar tevoren wil Ik al inwerken op de harten van de mensen die ontvankelijk
zijn voor mijn liefde en genade, die mijn woord als teken van liefde en
genade herkennen en het daarom met vreugde en dank aannemen. Dezen zullen een
tweevoudige zegen halen uit het laatste teken dat vermaant en waarschuwt.
Ze zullen zelf uitermate gesterkt zijn in het geloof en daardoor ijverig
en overtuigd opkomen voor mijn woord en met succes kunnen deelnemen aan
het verlossingswerk van Christus. Want nu zijn de ogen van alle gelovigen
gericht op het einde, dat ze vol overtuiging verwachten en daarom ook
zullen vaststaan in welke strijd dan ook tegen Mij, mijn woord en mijn
rijk.
Dit wil Ik bereiken door mijn herhaalde aankondigingen voor die tijd:
dat alle mensen nog een laatste teken van mijn liefde en erbarmen toekomt,
ofschoon het als zodanig maar zelden wordt herkend. Maar voor de mijnen
is het begrijpelijk, dat en waarom Ik uit den hogen tot de mensen spreek
en ze rekenen er daarom elke dag op dat Ik mijn stem laat klinken. Maar
Ik heb mijn onveranderlijk plan en Ik spreek wanneer de tijd gekomen is,
wanneer u Mij allerminst verwacht, wanneer u denkt dat Ik passief ben,
wanneer een aardse nood schijnbaar is afgewend. Maar wat voorspeld is
in woord en geschrift wordt vervuld. Ik laat een natuurgebeuren zich afspelen
van ongehoorde grootte en uitgebreidheid, dat ontelbare mensenlevens zal
kosten.
En toch is dit slechts een klein voorteken van de verwoesting op de laatste
dag; alleen dat Ik me nu niet zichtbaar uit, terwijl Ik kort voor het
einde zelf zal komen om de mijnen gelukkig te maken en ze tot me te roepen
in mijn rijk. Wie echter de natuurcatastrofe die er eerst is, overleeft,
zal een overtuigd geloof verwerven als het hem wat dat betreft ernst is.
En dat is mijn bedoeling, dat een diep gelovig mens nu tegenover zijn
medemensen alles uitdraagt en verdedigt wat op het laatste einde betrekking
heeft. Want dit zal niet lang op zich laten wachten.
Als mijn stem van boven te horen zal zijn, gaat u met reuzeschreden het
einde tegemoet. Voor velen zal weliswaar al het laatste levensuur geslagen
hebben met het uitbreken van de eerdergenoemde natuurcatastrofe, die ontelbare
mensenlevens zal eisen, maar ter wille van de overlevenden kondig Ik dit
aan, want ze zullen hiermee hun voordeel doen voor hun ziel, ze zullen
leren geloven en Mij als hun Schepper en Behoeder, als Vader en goddelijke
Vriend leren onderkennen, ze zullen uit eigen aandrang tot Mij roepen
en als ze mijn duidelijke hulp hebben ondervonden, naar Mij toekomen,
ze zullen, nadat ze Mij herkend hebben, trachten Mij met 'n liefdevol
hart voor zich te winnen en zich mijn wil tot de hunne te maken, ze zullen
Mij, nadat ze Mij gevonden hebben, niet meer opgeven, integendeel Mij
trouw blijven tot aan het einde toe.
En daarom laat Ik het toe dat de aarde gedeeltelijk getroffen wordt door
een uitermate grote storm van verwoesting, opdat het denken van hen die
overleven verandert en zich richt op Mij, die naar mijn schepselen verlang
die nog ver van Mij afstaan en toch mijn liefde bezitten, omdat ze eens
van Mij zijn uitgegaan en weer naar Mij terug moeten keren. Want mijn liefde vermindert niet, mijn liefde houdt nooit op, eeuwig geldt ze voor
wat door Mij geschapen is, zelfs wanneer het nog niet de weg naar Mij
heeft gevonden. Dan wijs Ik het steeds weer de weg en bied mezelf aan
als Leider aan diegenen die zich aan mijn hoede toevertrouwen en Mij willen
volgen, opdat ze eens hun doel bereiken, opdat ze eeuwig met Mij verenigd
zijn, zoals het in het allereerste begin hun roeping was.
Amen |