BD.4054
1 en 2 juni 1947
Het aan 't nageslacht doorgeven van het goddelijke woord
op de nieuwe aarde
Het zal maar een kleine schaar zijn die mijn komen verwacht,
voordat het laatste oordeel komt. Slechts weinig mensen zijn er die Ik
tot de mijnen tellen kan. Die in geloof sterk blijven en Mij belijden
voor de wereld en daarom vervolgd worden, zodat zij zelfs voor hun leven
vrezen moesten, als hun oog niet geestelijk gericht en hun denken niet
geestelijk gezind was. Maar deze kleine gemeente weet van het einde en
verwacht Mij met een diep geloof. En daarom verdraagt zij ook de tijd
van nood in standvastigheid en bekent Jezus voor de wereld als Zoon van
God. Daarom neem Ik ze weg en geef hun een paradijselijke woonplaats,
tot zij de nieuw gevormde aarde weer mogen betreden.
Deze kleine kudde heeft de opdracht mijn woord te verkondigen aan hun
nakomelingen, opdat het weer onvervalst aangeboden wordt zoals Ik het
de mensen heb doen toekomen en zo, als fundamentele leer van het christendom,
ook op de nieuwe aarde blijven moet.
Want Ik zorg ook verder voor de mijnen, en tot de mijnen behoren allen
die zich naar mijn wil voegen. Die trachten tot Mij te komen en die daarom
ook liefdadig zijn, want het verlangen naar Mij is reeds de uitdrukking
van hun liefde die zich uit in de liefde tot de naasten. Dezen vervullen
op die manier mijn geboden en dezen breng Ik ook mijn woord, direct of
indirect. En mijn woord bevat de leer die Jezus Christus op aarde heeft
gepredikt omdat Hij met mijn liefdegeest doordrongen was. Want de mens
Jezus had de vereniging met Mij reeds op aarde gevonden. En opdat ook
de mensen op de nieuwe aarde tot deze vereniging met Mij komen, moeten
zij over de leer van Christus onderwezen worden.
Zodoende moet de reine waarheid, die nu de mensen uit de hemel aangeboden
wordt als mijn woord doorgegeven worden op de nieuwe aarde, waar zij in
haar gehele diepte en wijsheid erkend wordt als een boodschap uit den
Hoge en als een direct onderricht van God. Daarom zal zij voor een lange
tijd de fundamentele leer blijven, tot de mensen weer materialistisch
worden en weer menen mijn woord te moeten verbeteren en te veranderen.
En dat zal dan weer de oorzaak zijn dat zij hun inzichten kwijt raken
en hun geestelijke kennis verduisterd wordt. Maar dat zal Mij weer doen
besluiten mijn woord tot de aarde te brengen.
Maar tot die tijd zal mijn woord onvervalst blijven en verspreiding vinden,
en ieder woord zal als mijn gave erkend worden. De mensen zullen Mij liefhebben
en Mij dienen, en zij zullen elkander liefde schenken en gelukkig zijn
op aarde. Want zij leven dan in voortdurende verbinding met Mij en ontvangen
daardoor licht en kracht. En mijn nabijheid zal zich zo doen gevoelen
dat zij sterk en wijs worden, zoals Ik het beloofd heb.
Amen |