BD.4008
26 maart 1947
Het kindschap Gods - Eenwording van Jezus Christus met God
Het geestelijke doel van de mens moet zijn het verkrijgen
van het kindschap Gods. Want de mogelijkheid is hem gegeven, dat hij zich
gedurende de tijd van zijn leven op aarde tot een uiterst helder lichtwezen
kan vormen en in volledige verbondenheid met God van de aarde heengaat.
Dit is de eenwording met God die ook Jezus Christus op aarde heeft bereikt
en die alle mensen kunnen bereiken, wanneer ze daar in volle ernst naar
streven. Het gaat niet over de kracht van een mens, het vereist alleen
de sterke wil zo te leven als Jezus Christus op aarde heeft geleefd, in
onzelfzuchtige liefde voor de naaste.
Onzelfzuchtige naastenliefde heeft Jezus de mensen gepredikt en ze is
en blijft de kern van de christelijke leer. Ze is de inhoud van het evangelie
dat Zijn discipelen in de wereld moesten verbreiden. Maar het gevolg van
een christelijk leven in liefde is iets onvergelijkbaar heerlijks. De
mens is een kind van God geworden, Zijn erfgenaam, en het gaat binnen
in alle rechten van de Vader. Het kan net als Hij scheppend en vormend
werkzaam zijn en in hoogste gelukzaligheid Zijn kracht gebruiken, die
het door de innige band met God vervult.
Er bestaan wel ontelbare graden van gelukzaligheid, van licht en kracht.
Al naar gelang de graad van rijpheid bevinden de zielen zich in een gelukzalige
staat, als ze maar ontvangers zijn van licht en kracht, dus eens in het
lichtrijk zijn opgenomen. Maar nog oneindig veel gelukzaliger is een kind
van God, want het heeft de graad van volmaaktheid bereikt, die de meest
innige nabijheid en verbinding met God toelaat. Het voelt zich niet meer
van Hem gescheiden. Het voelt zich één met Hem en heeft
toch het bewustzijn van zijn individueel bestaan. Het bezit zijn vrije
wil nog, maar die heeft zich volledig aan de wil van God aangepast. Het
is een gelukzalige staat van samenzijn, een voortdurend begeren en verschaffen
van de liefde Gods. Het is de meest gelukzalige harmonie, onvermoeibaar
gelukkig makend werkzaam zijn en eeuwigdurend opwaarts streven. Want de
volmaaktheid heeft geen grenzen en voortdurend streven behoort ook tot
de gelukzaligheid, omdat het nooit zonder resultaat is.
En deze hoogste graad van gelukzaligheid kan de mens op aarde al bereiken
als hij het ernstig wil. Maar slechts weinig mensen streven ernaar. Slechts
weinig mensen nemen het lot gelaten op zich dat hun is opgelegd om in
korte tijd rijp te kunnen worden. Want ondanks ijverig werkzaam te zijn
in liefde, moet de ziel gezuiverd worden door leed, wil ze het licht in
alle volheid in zich kunnen opnemen. Ze moet op aarde strijden en veel
leed en ontberingen verdragen. Ze moet de weg gaan die Jezus op aarde
ging, liefhebben en lijden. Ze moet het kruis dragen tot het einde toe.
Dan zal de ziel samensmelten met God. Ze zal één worden
met Hem. Ze zal Zijn kind zijn en blijven tot in alle eeuwigheid.
Amen |