BD.3996
10 maart 1947
Het in het nauw brengen van de dragers van de waarheid, door
tegenstanders van God - Gods hulp
Om een geestelijke taak te vervullen is een buitengewoon sterke
wil nodig, want de tegenstander van God zal heel in het bijzonder moeite
doen op deze wil in te werken, om de mens ervan af te brengen voor de
zuivere waarheid op te komen, wat de taak van een mens is die zich in
dienst van God heeft gesteld.
Er zullen steeds twee stromingen onder de mensen zijn: aanhangers en verkondigers
van de zuivere waarheid en diegenen die de dwaling aanhangen, en steeds
zal het licht tegen de duisternis moeten strijden omdat de leugenvorst
voortdurend probeert de waarheid krachteloos te maken en de dwaling ervoor
in de plaats te zetten. De vorst van de duisternis strijdt tegen God,
de leugen tegen de waarheid de duisternis tegen het licht. En deze strijd
zal voortduren zolang de aarde bestaat als verblijfplaats om het geestelijke
te vormen dat zich bevrijden moet.
Deze strijd zal heel duidelijk dan aan het licht komen, wanneer de waarheid
openlijk vanuit den hogen naar de aarde gestuurd wordt. Dan wendt de tegenstander
van God alle mogelijke middelen aan om haar te verdringen, en hij verschijnt
dan ook in de vorm van een lichtende gestalte om arglistig binnen te sluipen
en zich te vestigen waar hem te weinig weerstand wordt geboden. En op
de eerste plaats probeert hij hen die de waarheid verkondigen onschadelijk
te maken, doordat hij elke gelegenheid benut hun wil te breken, doordat
hij probeert ze te beïnvloeden om hun arbeid voor God op te geven
en in de vreugden van de wereld daar vervanging voor te zoeken. Gelukt
het hem niet door middel van de wereld een dienaar van God te bekoren, dan treedt
hij krachtiger op, doordat hij alle geestelijke successen, behaald bij
de medemensen, probeert te ondergraven, doordat hij op de laatstgenoemden
inwerkt en hen beïnvloedt zich vijandig op te stellen en bijgevolg
de verbreiders van het licht hun missie op aarde op elke manier verzwaart.
En er is een sterke wil voor nodig ondanks deze tegenwerking, de taak
op aarde te verwezenlijken ,er is een buitengewoon sterk geloof en een
toegewijde liefde tot God voor nodig, om voor Hem een trouwe knecht op
aarde te blijven, de tegenstander te onderkennen en te verafschuwen en
de arbeid ten behoeve van de medemensen met volharding en ijver uit te voeren en
tenslotte tegenover hem als overwinnaar te staan, wanneer de laatste strijd
doorstaan zal zijn.
Maar God laat geen van Zijn dienaren en arbeiders op aarde zonder kracht,
Hij helpt hem altijd als hij zwak dreigt te worden, als zijn wil aan te
heftige gemoedsbewegingen wordt blootgesteld door het voortdurende inwerken
van de vijand van de waarheid. Dan openbaart Hij zich zelf eveneens en
voor Hem moet de tegenstander wijken.
De waarheid zal ook steeds de dwaling verdringen, wanneer tenminste de
mensen zelf er zich niet tegen verweren en aan de dwaling boven de waarheid
de voorkeur geven. Dan krijgen zij van God hun zin en Hij geeft hun wat
ze zelf begeren. Dan behaalt de tegenstander van God wel de overwinning,
maar hij zal zich daarover niet verheugen, hij verkrijgt alleen dat voor
zich wat hem al lang toebehoort, niet echter wat naar God streeft en daarom
ook door God wordt vastgepakt en eeuwig niet meer verloren kan gaan.
Wie echter op aarde verdediger van de waarheid is, diens wil zal altijd
versterking ondervinden door het sturen van licht uit den hogen. En zijn
wil zal niet meer zodanig verzwakt kunnen worden dat hij de waarheid opoffert
of er niet voor opkomt, want hij heeft zelf plezier in zijn werk en verricht
vol ijver de arbeid die God zelf hem heeft opgedragen en die Hij daarom
ook zegent. Zijn zegen betekent echter voortdurende hulp, toevoer van
kracht en onophoudelijke toezending van Zijn woord, dat als voortdurende
bron van kracht zijn ziel ook de rijpheid zal bezorgen die hem helemaal
bevrijdt uit de macht der duisternis en hem aan elke beïnvloeding
van duistere machten onttrekt. En hij zal vol zijn van kracht en opkomen
voor God en de eeuwige Waarheid, hij zal op aarde een bekwaam arbeider
zijn in de wijngaard des Heren.
Amen
|