BD.3968
3 t/m 5 februari 1947
Het inkeren naar binnen - Het zich losmaken van de
wereld en materie - Het resultaat is waarheid
Hoe groter het verlangen van de mens is naar waarheid, des te dieper dringt hij binnen in de waarheid. God, als Gever van de waarheid, is niets onbekend en zo is Hij ook op de hoogte van elke vraag die het hart van de mens bezighoudt. En Hij beantwoordt haar en zo is het voor u mensen heel gemakkelijk uw weten te vergroten, als u maar God als de eeuwige Waarheid tot u laat spreken, dat wil zeggen als u luistert naar de innerlijke stem die u steeds juist onderricht. U zult in uzelf het antwoord moeten zoeken, u zult het niet van buitenaf komend mogen verwachten, dan wordt u rechtstreeks onderricht en u zult zeker kunnen zijn van de volledige waarheid. Let er daarom op, wat Hij tot u spreekt: Wilt u Mij dienen of de wereld, wilt u mijn welgevallen verwerven of in aanzien staan bij de medemensen? Uw wil alleen bepaalt uw handelen en uw diepste gedachten en daarom zal een geestelijke wedergeboorte steeds alleen kunnen plaatsvinden wanneer het diepste verlangen u bezighoudt met Mij in verbinding te staan, wanneer u Mij zoekt en u geheel van de wereld terugtrekt om u met Mij te verenigen.
Maar hoe maakt u zich los van de wereld als u toch daarin zult moeten leven en u voor een aardse taak gesteld ziet die u niet zult mogen verwaarlozen? Hoe brengt u de innige verhouding met Mij tot stand terwijl u toch voortdurend onder de medemensen verblijft en er daardoor toch steeds weer een beroep op u wordt gedaan? Alleen door het inkeren naar binnen, door een zich terugtrekken in de eenzaamheid, dat echter op alle plaatsen en tijden kan gebeuren volgens uw wil en dat des te inniger en meer ongehinderd plaatsvindt, hoe minder indrukken van buitenaf de mens in zich opneemt.
De meest innige verbinding met Mij vraagt een zich losmaken van alle materie, want Ik zelf sta als zuivere Geest van eeuwigheid buiten de materie, ofschoon de materie op zich geconsolideerde kracht is uit Mij, doch altijd op een zekere afstand staand van Mij. Wie Mij wil zoeken en vinden moet zijn wil tevoren van de materie afkeren. En daar hij toch te midden van de materie vertoeft omdat hij zelf een materieel omhulsel heeft, moet hij zich in zijn binnenste terugtrekken. Dan zal hij Mij vinden. En het totale losmaken van de materie gebeurt dan, wanneer van het lichamelijk oog elke indruk van buiten verre wordt gehouden, wanneer het zich sluit en geen materiële beelden meer opneemt, want deze worden weerspiegeld in de ziel van de mens en storen deze in de stille beschouwing en vereniging met haar geest. Geest en materie zijn tegengestelde begrippen en zullen ook steeds in tegenstelling tot elkaar blijven. En daar Ik zelf als zuivere Geest in u wil werken, zult u eerst deze innerlijke scheiding van de materie moeten voltrekken en u zult dichter bij Mij komen, maar nooit de innige band met Mij tot stand kunnen brengen zolang uw ogen en uw zinnen gevangen genomen zijn door uiterlijke indrukken.
Ik wil dat alleen mijn nabijheid wordt begeerd, dat niets meer in uw hart plaatsvindt en dat u de wil opbrengt voor Mij en mijn nabijheid al het aardse prijs te geven, dat u zich in gedachten losmaakt van datgene wat tegen Mij gericht is. En welke materie dan ook is tegen Mij gericht geestelijks. Ik wil ook dat menselijke gebruiken zoveel mogelijk worden vermeden, want ze leiden af van een innerlijke concentratie als ze niet gedachteloos worden voltrokken, of ze worden zuiver mechanisch uitgevoerd en zijn dan eveneens waardeloos. Wie Mij serieus zoekt, moet eerst de verbinding met de wereld verbreken en tot de wereld behoort alles wat niet geestelijk is, wat in contact staat met aardse materie, wat met de lichamelijke zintuigen van de mens wordt opgenomen, wat dus de ziel gevangen houdt, wat haar verhindert zich met de geest in zich te verbinden. Pas wanneer dit losmaken is voltrokken, is ze in staat met Mij te spreken zoals het mijn wil is, opdat Ik zelf met mijn liefde en genade in het hart van de mens werkzaam kan zijn.
En Mij is de stille diepe verering waarlijk het liefst en kan nooit vervangen worden door uiterlijke gebruiken en handelingen die het denken van de mens onwillekeurig beïnvloeden, die niet anders kunnen dan dit afleiden van het eigenlijke, van de zuiver geestelijke verbinding met Mij. Ik kijk in het hart van ieder mens en heb waarlijk geen uiterlijke bewijzen nodig van uw liefde voor Mij. En zoals u contact zoekt met Mij zult u bedacht worden met mijn liefde en genade en u zelf bepaalt de mate ervan. Daarom zult u weliswaar geen verkeerde handelingen begaan door uiterlijke ceremoniën, door menselijke gebruiken, echter uzelf schade toebrengen doordat u het toestromen van mijn liefde en genade zelf vermindert zolang er nog een andere gedachte dan Ik een plaats in uw hart vindt.
In geest en in waarheid moet u dichter bij Mij komen, dan zal mijn oog met welgevallen op u rusten en dan zult u zelf de zegen van een dergelijke innige verbinding bij uzelf bemerken. Dan zult u voelen dat Ik bij u aanwezig ben, en u zult gelukzalig zijn. En toch zult u diep deemoedig blijven in uw gelukzaligheid, omdat u zich bewust bent van de buitengewone genade die u ten deel valt, dat Ik intrek neem in uw hart en de deemoed zal de mate van genade vergroten.
Amen |