BD.3958
20 januari 1947
Het woeden van satan in de eindtijd - De afval van het geloof
Het getal der ongelovigen zal in de eindtijd groter worden
en de kleine schaar der gelovigen dreigen te bedelven. Met de afval van
het geloof treedt ook het woeden van satan meer en meer aan het daglicht,
de mensen verliezen het laatste verantwoordelijkheidsgevoel tegenover
een rechtvaardige Rechter, omdat zij niet meer in Hem geloven. Juist daarom
openbaart Hij zich zo duidelijk om het geloof der zijnen te versterken,
opdat zij niet wankelen bij het zien van de goddeloosheid der ongelovigen
en hun werelds welslagen.
Hij wil echter ook dezen nog de mogelijkheid geven zich te bezinnen en
ontfermt zich daarom over de zijnen zo in 't oog lopend, dat ook een ongelovig
mens Gods kracht herkennen kan zodat hij het geloof dat hij verloren had
kan terugwinnen als hij zich daartoe slechts een heel klein beetje voor
inzet. Want God zal tekenen en wonderen doen door Zijn werktuigen op aarde.
Schijnbaar zullen Zijn dienaren op aarde het buitengewone volbrengen,
maar het is God zelf die zich door hen te kennen geeft. Hij openbaart zich en vertoeft zelfs zichtbaar onder de zijnen ten teken dat het einde
nabij is. Maar Hij wordt alleen door hen herkend die Hem uit ganser harte
liefhebben en Zijn geboden onderhouden. Alleen door hen die zich zelf
tot liefde gevormd hebben en bijzonder actief zijn in hun werk voor Zijn
rijk. In dezen zal ook een ongewone kracht te constateren zijn omdat God
zelf in hun harten Zijn intrek kan nemen, en daarom vervult Zijn
liefdekracht hen.
De ongelovigen kunnen zich van deze kracht overtuigen. Zij zullen moeten
toegeven dat een Hogere Macht aan het werk is indien zij slechts willens
zijn na te denken over de ongewone verschijnselen welke de laatste tijd
voor het einde, met zich mee zal brengen. Maar de meesten zijn al te werelds
ingesteld en letten er daarom niet op. Ja zij verachten en vervolgen de
gelovigen en brengen ze daardoor in zware nood en verdrukking, waarin
alleen de duidelijke hulp van God hen steunt en stand laat houden.
Want het werken van God onder de zijnen zal zo duidelijk zijn dat zij
zich vast aaneensluiten, en aan alle aanvallen van de wereld weerstand
bieden. En vaster dan ooit zal hun geloof zijn waardoor zij zich geheel
aan Gods leiding overgeven, zodat zij noch aardse nood - noch de dood
vrezen, en daarom ook alles gemakkelijker verdragen wat in de tijd van
het einde op hen af zal stormen.
Bij wie God zelf zich eenmaal heeft geopenbaard daar heeft Gods tegenstander
geen aanvalsdoel meer, want zijn geloof is niet meer aan het wankelen
te brengen.
God zal de zijnen nabij zijn zoals Hij het beloofd heeft. Hij zal hun
troost en kracht geven, Hij zal ze onderrichten en Zijn spoedige komst
om de zijnen weg te nemen in het vooruitzicht stellen. Hij zal hen tot
vergrote liefdadigheid aansporen, want Zijn geestelijke tegenwoordigheid
zal de mensen met liefde tot Hem en tot de medemensen vervullen en zodoende
ook met kracht.
In de eindtijd is het duidelijke werkzaam zijn van God noodzakelijk, want
ook dat draagt bij tot de scheiding der geesten. De nog lauwe en besluitelozen
kunnen dan beslissen tot welk kamp zij behoren willen, want daartoe wordt
hun nog een laatste stoot gegeven. Zij kunnen zich overtuigen van de kracht
van het geloof die ook de grootste aardse nood meester zal worden en zodoende
hun houding tot God veranderen, dat wil zeggen: de juiste instelling tot Hem tot
stand brengen.
Waar God zich duidelijk openbaart zal vrede zijn en hoop, ondanks alle
ellende. En omdat het lot van de gelovigen buitengewoon zwaar zal zijn,
zal deze vrede en hoop de ongelovigen versteld doen staan. Wie dan acht
slaat op Zijn woord, wie Zijn dienaren op aarde gehoor schenkt, diens
wil zal veranderen. Want iedere gewillige ziel zal God in Zijn liefde
en erbarmen aannemen en Hij helpt haar en redt ze van de eeuwige duisternis.
Hij zal hun nog zwakke geloof doen herleven en hun de kracht geven om
vol te houden tot het einde, tot Hij zal komen in de wolken om de schaar
van Zijn gelovigen tot zich te nemen.
Amen |