BD.3717
18 maart 1946
Het levend geloof en zijn kracht
Het levend geloof kan bergen verzetten. Dat is voor u maar
een wijze van spreken, want u hebt de kracht van het geloof nog niet beproefd
- en dus kent u ook niet zijn doeltreffendheid, u weet niet dat de diep
gelovige mens zich van mijn kracht bedienen kan en hem daarom ook alles
mogelijk is. Doch hoe diep moet dat geloof zijn dat alles teweegbrengt
wat zo'n mens wil? Om zo'n sterkte van geloof te bezitten moet de mens
zo innig met Mij verbonden zijn, dat hij zich niet meer als een enkeling
voelt, maar als een deel van Mij, dat niet van Mij te scheiden is en daarom
ook met de kracht doorstroomd is die van Mij uitgaat. Hij moet Mij steeds
en altijd om zich voelen - mijn tegenwoordigheid moet hem zo tot zekerheid
geworden zijn, dat hij vanuit die overtuiging denkt, spreekt en handelt.
En omdat hij Mij erkent als de hoogste Liefde, Wijsheid en Almacht - dus
dit geloof in hem eveneens tot een vaste overtuiging geworden is, zo zijn
er voor hem ook geen grenzen aan mijn werkzaamheden en dus ook niet voor
hem, die zich als een deel van mijzelf en met mijn kracht doordrongen
voelt. Zo'n geloof vermag alles en kan zo ook dingen volbrengen die buiten
het menselijk kunnen liggen. Hij brengt dan wonderen tot stand en toch
zijn het alleen natuurlijke processen van een mens die zo is als hij op
aarde moet zijn die zijn doel bereikt heeft en zijn ziel in een rusttoestand
gebracht heeft, die zijn oertoestand benadert. Zo'n sterk geloof verlangt
volledige overgave aan Mij, een geheel loslaten van het aardse het verlangt
de vereniging met Mij door de liefde.
Vast en diep kan alleen een mens geloven die onafgebroken in de liefde
bezig is, want de aaneensluiting met Mij moet eerst plaatsgevonden hebben
voordat nu de mens zich zo dicht bij Mij voelt, dat mijn tegenwoordigheid
voor hem waarborg is voor ieder werk dat hij doen wil. De kracht van de
liefde die hem toestroomt als gevolg van zijn werkzaam zijn in liefde,
moet zijn geloof verdiepen omdat die van mijzelf en mijn tegenwoordigheid
getuigt. En wie Mij zelf in zich en naast zich voelt weet ook, dat er
voor hem voor eeuwig geen losmaken van Mij meer bestaat - en dat hij zich
dus ook ongestraft van mijn kracht bedienen kan - omdat Ikzelf wil, dat
hij werkt in mijn plaats om de medemensen de kracht van het geloof en
de liefde te bewijzen - om hun getuigenis te geven van mijn liefde en
almacht, die het tot liefde geworden schepsel zodanig voorzien dat het
zelf in geloof - met mijn kracht in alle volheid werken kan.
Het geloof verzet bergen - maak u zich daarom dit diepe geloof eigen en
u zult tot alles in staat zijn ook reeds op deze aarde. Vorm u allereerst
tot liefde, dan zal ook uw geloof in sterkte toenemen, uw geloof zal een
levend geloof worden, dat wil zeggen: het zal werkzaam kunnen worden - terwijl
een geloof zonder liefde een dood geloof blijft, een geloof in naam dat
echter elke kracht mist.
Niet de woorden: "Ik geloof" zijn voldoende om Mij ertoe te
brengen door u te werken, veeleer moet u in uw hart levend kunnen geloven
- en dit levend geloof is alleen mogelijk door ononderbroken werkzaam
te zijn in liefde, waardoor u van Mij de kracht in ontvangst neemt om
dan te werken en zelfs het onmogelijk schijnende ten uitvoer te brengen.
Een diep geloof vermag alles. Maar het vereist mijn tegenwoordigheid -
en hiervan kan u zich alleen verzekeren door daden van liefde. Dus is
de liefde het belangrijkste, en als u de liefde niet hebt dan hebt u ook
geen geloof, al probeert u ook steeds maar weer door woorden dat geloof
te bewijzen. Het zal voor u nu ook begrijpelijk zijn waarom Ik steeds
weer de liefde predik - waarom Ik mijn discipelen uitzond in de wereld
om mijn liefdeleer te verbreiden. U kunt u ook wel verstandelijk het geloof
eigen maken, het geloof aan een Macht die bovenmate liefdevol, machtig
en wijs is - maar in verbinding treden met deze Macht kunt u pas door
werkzaam te zijn in liefde. Dan pas wint ook uw geloof aan betekenis,
want dan pas kan u zich van mijn kracht bedienen om vanuit een sterk geloof
in Mij, deze kracht werkzaam te laten worden zoals Ik het beloofd heb.
Amen |