BD.3632
21 december 1945
Knechtschap onder de satan en verdoemenis
Geknecht bent u voor eeuwige tijden, als u zich aan de satan
verkoopt ter wille van aards loon. Onvrij en krachteloos zult u weer eindeloos
lange tijd zijn, want zodra de satan wordt gekluisterd, verliest ook al
het geestelijke, dat zich in vrije wil aan hem heeft gebonden, de vrijheid.
En dit betekent weer een eindeloos lange tijd van gevangenschap, die voor
u vol kwelling is en onnoemelijk lijden met zich mee brengt, omdat onvrijheid
en krachteloosheid niet stroken met de oertoestand, die uw deel was voor
de afval van Mij.
Doch zo u zich verklaart voor mijn tegenstander, zult u ook het lot op
u moeten nemen, dat mijn tegenstander u zal veroorzaken - duisternis,
onmacht en gebondenheid - en ook kwellingen door eeuwigheden heen. De
weg omhoog ligt helder en duidelijk voor u, als u hem maar wilt begaan.
En het zal u ook niet aan kracht ontbreken, maar u zult Mij erom moeten
vragen, doch u niet aan diegene overgeven, die uw verderf wil. Hij lokt
u met aardse vreugden, met materiële goederen, om uw ziel te winnen.
Maar Ik beloof u geestelijke goederen. Ik wil u binnenleiden in het rijk
van vrede, waar vele woningen voor u gereed staan, als u maar aan mijn
roep gevolg geeft, de wereld versmaadt en er alleen naar streeft bij Mij
te komen en naar uw geestelijk welzijn. Maar als u Mij niet aanhoort,
als u de stem van mijn tegenstander aandacht schenkt en u door zijn beloftes
laat verblinden, kan mijn krachtstroom u niet treffen en de weg omhoog
is voor u te zwaar, als u mijn hand niet vastpakt en u laat leiden.
Eeuwige vrijheid wil Ik u geven, maar u geeft de voorkeur aan slavernij
onder de macht van mijn tegenstander. U verkiest zelf de weg naar beneden
in zijn rijk en maakt u daardoor het eeuwige vaderland onbereikbaar, dat
u heerlijkheden biedt van onvergelijkelijke aard. Maar uw wil is vrij
en als u de slavernij begeert, zult u ze ook moeten dragen. U zult u in
gevangenschap moeten begeven voor lange tijd, opdat eenmaal de mogelijkheid
bestaat, dat u zich in vrije wil naar Mij keert, dat u mijn woorden geloof
schenkt en u zult willen laten verlossen uit de knechtschap van satan,
die mijn tegenstander is en blijven zal, nog eeuwigheden lang, eer ook
hij zich onder mijn wil buigt en al het kwade geheel en al verlost zal
zijn.
Maar mijn waarschuwende stem weerklinkt steeds en steeds weer: verkoop
uw ziel niet ter wille van aardse goederen. Streef ernaar, u het geestelijke
rijk te verwerven. Stuur op Mij aan en laat u door mijn hand leiden naar
boven, opdat u de heerschappij van diegene ontvlucht, die u voor eeuwig
wil verderven.
Amen
|