BD.3569
6 oktober 1945
Geloofsstrijd - Het komen van de Heer
Wie zich voor de kerk van Christus uitspreekt zal door de
wereld aangevallen worden, en zijn lot op aarde zal zwaar zijn maar van
korte duur. Zodra de nood ondraaglijk schijnt redt God de zijnen en al
hun nood is geëindigd. God zelf wijst de gelovigen steeds weer op
het einde opdat zij tegen het aanstormen van buitenaf standhouden, opdat
zij getrouw volharden tot Hij hen verlost.
Hij stelt hen reeds lang tevoren in kennis hoe satan tekeer zal gaan en
belooft hun Zijn bescherming, opdat zij de waarheid van Zijn woord inzien
en sterk blijven in tegenstand. En wanneer de gelovigen aan het verloop
van het wereldgebeuren en de geloofsstrijd de brutale gezindheid der machthebbers
herkennen maar ook de waarheid van het goddelijke woord, zullen zij Zijn
woord des te ijveriger verdedigen omdat hun geloof steeds dieper wordt
en menselijke maatregelen hen nu niet meer kunnen schokken.
Zij zullen ook kracht van God ontvangen naar de maat van hun wil en geloof,
en daardoor de zware tijd kunnen doorstaan. God laat hen die Hem trouw
blijven niet in steek - tenzij Hij hen nog voor het einde van deze aarde
in Zijn rijk binnenhaalt, als hun lichamelijk einde volgens de goddelijke
bestemming gekomen is.
Toch heeft Hij in de eindtijd op aarde nog sterke vertegenwoordigers van
Zijn kerk nodig, opdat zich de scheiding der geesten voltrekken kan. Hij
heeft mensen nodig die Zijn woord verkondigen en de ongelovigen zonder
vrees en schroom de liefdeleer van Christus prediken, opdat de ongelovigen
de kracht van het geloof beseffen en nog eenmaal wakker geschud worden
uit hun lethargie van de geest. Opdat zij zich nog in het laatste uur
bezinnen en de weg tot Christus kunnen gaan, die hun alleen redding brengen
kan, die hen alleen verlossen kan omdat Hij hun wil sterkt om zich van
het boze los te maken en nu naar God te streven.
Het zijn de laatste genademiddelen die de ongelovige mensen duidelijk
de kracht van het geloof laten zien. Maar benut wordt die kracht maar
weinig omdat de mensheid verstrikt is in de vangnetten van satan en bovenmate
de wereld aanhangt, dus in sprankelend levensgenot het doel des levens
ziet. Daarom is het einde niet ver meer af en is daaraan te herkennen
dat tegen het geloof op een wijze wordt ingegaan, die waarlijk duivels
genoemd kan worden.
Maar dan moeten de belijders van Christus zich aaneensluiten en gezamenlijk
de hulp en de komst van de Heer verwachten. Want dan kan elke dag en ieder
uur het einde zijn omdat dan de aardse nood van de gelovigen een hoogte
bereikt heeft die Gods onmiddellijk verschijnen vereist. Dan zullen de
beloften vervuld worden die God door Zijn woord de mensen gegeven heeft:
dat Hij de zijnen redden zal uit de grootste nood.
Amen |