BD.3261
19 september 1944
Eindstrijd met of zonder Jezus Christus
De gelovige christen, dat wil zeggen: de mens die in het volle geloof
in de goddelijke Verlosser en Zijn werk, leeft op aarde, zal in de komende
geloofsstrijd grote verlichtingen bemerken, want de genaden van het verlossingswerk
zullen hem duidelijk toestromen, dat wil zeggen: de sterkte van de wil en dus
ook de kracht om de tegenstander te overwinnen, evenals bij al datgene
wat in de geloofsstrijd aan maatregelen ten uitvoer wordt gebracht tegen
de gelovigen. Het geloof in Christus is het sterkste wapen en de vrees
voor de vijand zal verre van ieder blijven die diep en vast in Hem gelooft.
Want Zijn bescherming en Zijn liefde omvat de zijnen, de mensen die Hem
trouw zijn en alle wederwaardigheden op zich nemen ter wille van Zijn naam.
En Hij zal hen helpen, ook in aardse nood en benauwenis. Hij zal hun doen
toekomen wat ze voor hun lichaam nodig hebben.
Hij zal hun de kracht geven om vol te houden, Hij zal hun Zijn woord doen
toekomen, rechtstreeks of door tussenpersonen en Hij zal ook de ontvangers
van het woord beschermen en hun de gave verlenen om te spreken, die hun
steeds en overal het pad zal effenen als de aardse macht hen ter verantwoording
roept. En dagelijks en op elk ogenblik zal Hij met Zijn hulp klaar staan
en hen door alle gevaren van ziel en lichaam heenleiden.
Maar hun die het geloof in Christus ontbreekt, zal de geloofsstrijd veel
last bezorgen. Dit zijn de mensen die niet helemaal ver van God af staan,
die wel geloven in een hogere Macht, voor wie ze zich eens moeten verantwoorden,
die deze Macht ook erkennen, doordat ze vrezen om God te verloochenen,
maar die met Christus geen band hebben, die Zijn verlossingswerk in twijfel
trekken, die dus Christus als Verlosser van de wereld en als Zoon van
God loochenen. Dezen zullen in erge nood geraken als ze een beslissing
moeten nemen, want de kracht zal hun ontbreken alles te verdragen wat
tegen de gelovigen wordt ondernomen. En hun zielenood zal toenemen als
ze de kracht van het geloof van de christenen zien en toch niet met overtuiging
in Jezus Christus kunnen geloven vooraleer ze in het weten over de betekenis
van het verlossingswerk zijn doorgedrongen.
En daarom zullen zij die in Christus geloven de taak hebben hen te onderwijzen
en hen in liefde te helpen om in Jezus Christus te geloven. En daarom
worden, door het woord Gods van boven, steeds weer mensen tot het juiste
inzicht gebracht en zodra ze de wil hebben hun medemensen te helpen, zullen
ze ook de gave verleend krijgen te kunnen spreken als de nood van de tijd
en van de mensen dit vereist. Want het geloof in Jezus Christus is in
de eindtijd niet terzijde te schuiven. Hij alleen geeft de mensen de kracht
vol te houden en zonder vrees de strijd aan te gaan. Maar deze strijders
voor Christus zullen niet worden overwonnen, ondanks de grote macht van
de tegenstander, want Jezus Christus zelf leidt Zijn leger en Hij voorziet
het waarlijk van de beste wapens die een garantie zijn voor een volledige
overwinning, ofschoon de schare van Zijn strijders klein is en erge haat
wordt toegedragen door de tegenstander.
Maar wie zonder Jezus Christus deze strijd aangaat, zal gevaar lopen omvergeworpen
te worden, hij zal niet bij machte zijn weerstand te bieden en het kleine
geloof in God dat hij bezit, te behouden, hij zal wankelmoedig worden
door de hardheid van het leven dat de diep gelovige mens op zich moet
nemen. En uiteindelijk zal hij afvallen, want hij is helemaal krachteloos
zodra hij geen aanspraak maakt op de genade van het verlossingswerk. Maar
daarom moet hij in Hem kunnen geloven, hij moet zich in vol geloof met
Jezus Christus verbinden en Hem omwille van Zijn erbarmende liefde vragen
om kracht en genade.
Het zal een zware strijd zijn voor de gelovigen, maar niet zonder hoop,
want waar God strijdt is de zege. Maar God en Christus zijn Eén. En tot
dit geloof, tot dit inzicht moet u, mensen uw medemensen helpen te komen,
u die door God zelf onderwezen zult worden, opdat het voor u makkelijk
zal zijn ophelderend werkzaam te zijn waar nog diepste onwetendheid heerst.
Dat is uw missie waartoe God u heeft geroepen en die u steeds maar weer
moet uitvoeren, opdat de laatste strijd succesvol mag zijn voor vele mensen
die het diepe geloof nog missen. Want God heeft erbarmen met iedere ziel
die Hem geen weerstand biedt en daarom zendt Hij haar Zijn boden tegemoet
opdat haar hulp te beurt valt.
Amen |