BD.3143
1 juni 1944
Gods ingreep - Einde van de strijd
Hoe meer de wereld verstrikt raakt in dwaling, des te meer
verwijdert ze zich van God en des te liefdelozer is het handelen en denken
van de mensen, die gericht zijn op de wereld. En de vergrote liefdeloosheid
zet de mensen ook aan tot handelingen, die al wat voordien gebeurd is
overtreffen. En zo halen de mensen zelf het ingrijpen van God naar zich
toe. De mensen zien niet meer het onrecht in van datgene wat ze doen.
Het wereldgebeuren gaat een zodanige kant op, dat er aards geen redding
meer te vinden is. Het denken van de mensen is verkeerd en staat helemaal
buiten de waarheid. Het goede wordt vervolgd, het kwade geacht en zo wordt
de goddelijke ordening omver gestoten, wat een totaal verval tot gevolg
moet hebben. En zo komt de dag steeds dichterbij, die aan de chaos een
einde maakt, want de toestand is zo rampzalig voor de mensheid, dat daaraan
door God een einde is gesteld.
En dit einde is nabij. Het einde van het woeden der mensen tegen elkaar,
het einde van de worsteling der volkeren, die de goedkeuring van God nooit
kon krijgen, omdat het een strijd is om macht, waaraan geen edele motieven
ten grondslag liggen. Haat en liefdeloosheid der mensen hebben hem teweeg
gebracht, maar dezen hebben niets geleerd in deze strijd. Ze zijn liefdelozer
dan ooit geworden en hun haat is gegroeid en brengt schanddaden tot stand,
die niet meer kunnen verergeren.
En God zal aan dit doen en laten een einde maken op een manier, dat Hij
daaraan zal worden herkend. Hij zal een ontzettende nood over de mensen
laten komen, die hun wil niet meer kan afwenden. Hij zal ze ontstellen
en hen hun eigen onmacht laten voelen, omdat de elementen der natuur zich
van hun ketenen zullen bevrijden, waaraan de mensen machteloos zijn overgeleverd.
En deze dag laat niet lang meer op zich wachten. Hij komt zo plotseling
en onverwacht, dat hij een abrupte ontzetting teweeg zal brengen. Het
zullen slechts uren zijn en toch van een zo ingrijpende betekenis, dat
naderhand alles is veranderd en de rampspoed pas mettertijd tot de mensen
zal doordringen, wanneer ze de goddelijke ingreep in zijn totale omvang
hebben beseft. Want God wil zich aan de mensen openbaren door Zijn ingrijpen.
Hij wil hen laten zien, dat Hij zelf het einde bewerkstelligt, omdat de
mensen er geen punt achter zetten, omdat ze elkaar eerder wederzijds afslachten,
dan dat ze willen toegeven en de onuitsprekelijke nood beëindigen.
En daarom zal het einde anders zijn dan de mensen zich voorstellen. God
zal Zijn macht bewijzen en de aardse machthebbers de wapens uit handen
wringen. Hij zal beslissen en de afloop van de strijd der volkeren tegen
elkaar zal de mensen ontgoochelen, die door geweld wilden bereiken wat
hen niet was toegestaan en die daarom hun machteloosheid moeten inzien.
Want God bepaalt uiteindelijk het wereldgebeuren, zelfs wanneer de menselijke
wil meent te sturen. En Gods wijsheid ziet ook het meest doeltreffende
middel voor de mensen in. En Hij gebruikt dit om de chaos tegen te gaan,
die het gevolg is van de liefdeloosheid en die daarom naar de ondergang
moet leiden, als God hem niet beëindigt.
En de tijd van strijd zal worden gevolgd door een nieuwe tijd van strijd,
die echter niet om wereldlijke macht, maar om de geestelijke macht zal
ontbranden, want het einde is heel nabij en tevoren moet deze geestelijke
strijd nog worden uitgevochten. De strijd, die gaat om het geloof in Jezus
Christus, de goddelijke Verlosser, en Zijn leer.
Amen |