BD.2885
17 september 1943
Leugen en dwaling - Dieptepunt - Opleving of teruggang
De geest van de leugen beheerst de wereld. De dwaling wordt
niet meer herkend en de zuivere waarheid wordt bestreden. En deze toestand
moet kwalijke gevolgen hebben, want hij is tegen God gericht, die de waarheid
zelf is. Al het onware draagt het kenmerk van de tegenstander van God
in zich. Al het onware vergiftigt het denken der mensen. Het heeft God
niet tot doel, maar de wereld.
En u herkent ook de vorst van deze wereld eraan, dat hij de mensen zo
beïnvloedt dat al hun streven gericht is op de wereld en haar vreugden.
Er zijn geen geestelijke doelen die worden nagestreefd, omdat de mensen
op een dwaalspoor zijn gebracht en geen juist inzicht in de zin van hun
aardse leven hebben. Alleen de zuivere waarheid kan hun hierover opheldering
verschaffen, maar deze schuwen ze en ze hangen de leugen en de dwaling
aan. En dit is een toestand van duisternis, die niet kan leiden tot een
geestelijke opleving.
Wilden de mensen er maar aan denken, dat er maar één mogelijkheid
bestaat voor de opwaartse ontwikkeling van de mensheid, voor een toestand
van vergrote geestelijke rijpheid, die op de tijd van het lage niveau
kan volgen wanneer ze de zuivere waarheid, die hun van bovenaf wordt aangeboden,
aannemen en hieraan beantwoordend hun leven zouden inrichten. Wilden ze
maar leven zoals God het verlangt en zoals Hij het de mensen bekend maakt
door Zijn woord. Lieten ze zich maar vertrouwd maken met een weten dat
hun een geestelijk rijpworden waarborgt, omdat het de liefde voor God
en voor de naaste vergroot en omdat het de zielen aanspoort om ijverig
aan zichzelf te werken.
De zuivere waarheid is eenvoudig, duidelijk en begrijpelijk en iedereen
kan ze aannemen. Ze kan alleen een geestelijk opbloeien tot gevolg hebben.
Maar de mensen verzetten zich ertegen en houden met uiterste hardnekkigheid
vast aan misvormde leren, die ook vaak de diepere zin is ontzegd en die
geen goddelijke wijsheid doen blijken.
Daarom moet de geestelijke toestand voortdurend dieper zinken, want de
mensen zelf verhinderen dit niet, ofschoon ze zouden moeten zien waartoe
deze leren hebben geleid en hoe diep de mensen gezonken zijn. Ze zouden
moeten inzien dat alleen dwaling dat tot stand kan brengen, want nooit
zal de zuivere waarheid zulke resultaten tot gevolg hebben, dat de mensheid
zich zo ver kon verwijderen van het licht, van de toestand om te kunnen
inzien. Er is een tijd te verwachten waarin een nog dieper wegzinken,
in geestelijk opzicht, zich zal voltrekken. En er kan pas een ommekeer
intreden, wanneer de waarheid ingang vindt onder de mensen. Pas dan is
een geestelijke opleving mogelijk.
Zolang de mensheid meent zich in de waarheid te bevinden en er toch nog
ver van is verwijderd, is een voortdurende achteruitgang te verwachten,
die eindigen zal met een geestelijke en aardse chaos, waar de leugen en
de dwaling het overwicht heeft, totdat God, als de eeuwige Waarheid zelf,
Zijn tegenstander elke macht ontneemt en er een nieuw rijk zal ontstaan,
waar alleen de waarheid regeert.
Amen |