BD.2388a De komende gebeurtenis - De ingreep van God - Tijd van nood (1) Meedogenloos woeden de volkeren tegen elkaar en voegen elkaar alle denkbaar mogelijke schade toe. In alle hevigheid worden de mensen getroffen en kommer en leed zijn hun voortdurende metgezellen. De liefdeloosheid van de mensen is zo groot en zal nog voortdurend toenemen en zo trekken ze de goddelijke ingreep steeds dichter naar zich toe. Het duurt niet lang meer dat vervuld wordt wat God door Zijn geest aan de mensen bekend heeft gemaakt. En toch nog zullen de mensen verrast zijn, want ze denken in hun ongeloof niet dat mede aan hen zelf schade wordt toegebracht. Ze geloven er niet in dat zij zich in geestelijke nood bevinden die zo'n ingreep vereist en dat de tijd daarvoor is aangebroken. Want ze zoeken geen toenadering tot elkaar, ieder wil alleen maar zijn voordeel behalen en de medemensen schade toebrengen. En dit is het begin van een onvoorstelbaar behoeftige tijd. Er gaan waarden verloren die niet meer vervangen kunnen worden. De tijd is aangebroken waarvan de Heer op aarde gewag heeft gemaakt en elke ingreep zal onnoemelijk leed tot gevolg hebben en de mensen zullen geloven deze volgende tijd niet te kunnen verdragen. |