Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.2388
28 en 29 juni 1942

De komende gebeurtenis - De ingreep van God - Tijd van nood

Meedogenloos woeden de volkeren tegen elkaar en voegen elkaar alle denkbaar mogelijke schade toe. In alle hevigheid worden de mensen getroffen en kommer en leed zijn hun voortdurende metgezellen. De liefdeloosheid van de mensen is zo groot en zal nog voortdurend toenemen en zo trekken ze de goddelijke ingreep steeds dichter naar zich toe. Het duurt niet lang meer, dat vervuld wordt, wat God door Zijn geest aan de mensen bekend heeft gemaakt en toch nog zullen de mensen verrast zijn, want ze denken in hun ongeloof niet dat mede aan hen zelf schade wordt toegebracht. Ze geloven er niet in, dat zij zich in geestelijke nood bevinden, die zo'n ingreep vereist en dat de tijd daarvoor is gekomen. Want ze zoeken geen toenadering tot elkaar, ieder wil alleen maar zijn voordeel behalen en de medemensen schade toebrengen. En dit is het begin van een onvoorstelbaar behoeftige tijd. Er gaan waarden verloren, die niet meer vervangen kunnen worden. De tijd is gekomen, waarvan de Heer op aarde gewag heeft gemaakt en elke ingreep zal onnoembaar leed tot gevolg hebben en de mensen zullen geloven deze volgende tijd niet uit te kunnen houden.

En toch kan niemand ontsnappen, maar ieder zal in angst voor zijn leven de stem van God vernemen, die luid en duidelijk tot de mensen spreekt. Er zal een verwoesting zijn, die vele mensen in één keer arm maakt en aan de liefde van de mensen worden grote eisen gesteld, want alleen de werkzame naastenliefde is in staat deze ellende tegen te gaan en tegelijkertijd ook het geestelijk dieptepunt op te heffen. Want de mens, die tot liefde in staat is, zal de medemens niet zonder hulp laten en dit werkzaam zijn in liefde zal een geestelijke vooruitgang betekenen. Elke dag moet geteld worden, tot die tijd en het zullen er niet veel meer zijn. Verrassend snel komt de dag, die een grote omwenteling betekent op velerlei manieren. En alleen de gelovige mensen zullen ondanks innerlijke ontsteltenis gelaten blijven en de juiste situatie beseffen. En ze zullen proberen ook hun medemensen tot geloven te brengen vanuit het inzicht van de geestelijke nood van de mensheid. Want ter wille van hun ziel komt het gebeuren over hen en als de mens nu bezorgd is om zijn ziel, dan heeft de ingreep van God hem een goed resultaat opgeleverd. Maar het zullen er maar weer weinige zijn, want de geestelijke blindheid belet de mensen het inzicht.

Slechts weinig mensen zullen uit dit gebeuren, dat zich met korte tussenpozen driemaal zal herhalen, voordeel trekken voor hun ziel. Het zal de mensen van hun denkvermogen beroven, want het is zo kolossaal, dat elk overleg wegvalt en alles in een woeste wanorde geraakt. Alleen Zijn kinderen behoedt de Heer duidelijk, want Hij heeft ze naderhand nodig, om voor Hem werkzaam te zijn. Die tevoren tot Hem in vol vertrouwen bidden om kracht en versterking, zal Hij ook kracht en versterking doen toekomen als ze deze nodig hebben. En of het ook lijkt dat alles verloren zou zijn: Hij leidt al het gebeuren en weet waarom Hij zo'n rampspoed over de mensen laat komen en Hij zal er ook een eind aan maken als het tijd is. De kracht van het geloof moet zich in de tijd erna tonen. Want voor diegenen, die gelovig zijn, betekent dit gebeuren een bevestiging van het goddelijk woord en met volledige zekerheid en overtuiging komen ze dan op voor hun geloof en ze zullen onoverwinnelijk zijn. Hoe minder aards bezit de mensen bezwaart, des te ontvankelijker zullen ze zijn voor het goddelijk woord en daarom verwoest God dat, wat voor hen hinderlijk is op de weg omhoog. Naderhand zal er onvoorstelbare ellende zijn onder de mensen en toch zouden ze dit zelf kunnen verminderen, door hun wil om elkaar te helpen.

En God zegent elk in liefde werkzaam zijn voor de naaste en Hij helpt de mensen de aardse nood te verdragen. Want wat God neemt kan Hij ook weer terug geven, als de mens het nodig heeft. Doch zijn hart moet er zich van losmaken, hij moet in het aardse bezit niet het voornaamste op aarde zien. Veeleer moet hij inzien, dat dit onbeduidend en vergankelijk is, maar dat de verbinding met God alleen het middel is, dat kracht schenkt en troost geeft, om het zwaarste leed te kunnen verdragen. Dit gebeuren is sinds eeuwigheid vastgesteld; wil het toch de laatste reddingsmogelijkheid zijn voor talloze mensen, die de verkeerde weg bewandelen, die alleen in het aardse opgaan en daarom wakker geschud moeten worden, om serieus over de zin en het doel van het aardse leven na te denken. Maar slechts een klein gedeelte zal daar voordeel uit trekken, de anderen echter zullen met vergrote ijver zich weer de oude levensomstandigheden verschaffen en ze zullen elk middel goed vinden, om zich weer aards bezit te verwerven. En dat is de tijd, waarin - als dit begint - het woord Gods hier tegenin moet worden gebracht, waarin de mensen zich zullen scheiden in diegenen, die alles weggeven om alleen God trouw te kunnen blijven en in de anderen, die alles verwerpen wat geestelijk is en daarentegen de wereld met haar bezit met vergroot verlangen begeren. En dan strijden openlijk de krachten van het licht tegen de machten van de duisternis.

Amen