Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.2375
19 en 20 juni 1942

"Het verstand van de verstandigen zal worden verworpen"

Het wapen van de wijze der wereld is de bewijsvoering en met dit wapen is hij steeds in staat zich in de wereld te handhaven, dat wil zeggen: zijn wijsheid is onaantastbaar zodra hij het verworven weten met bewijzen kan staven. En wie twijfelt aan dit weten geldt als dwaas. Daarentegen is geestelijk weten niet met bewijzen aan te tonen, het is niet door middel van onderzoek te verkrijgen en niet systematisch aan de medemens over te dragen, want geestelijk weten is geen product van het verstandsdenken van de mens, maar een product van een liefdevol hart. Dus heeft het geestelijk weten niets gemeen met de aardse wijsheid en kan derhalve ook niet door wijzen van de wereld worden beoordeeld, want dezen staan geheel vreemd tegenover het geestelijk weten, ze zijn niet bekwaam enige kritiek te leveren, zolang ze niet zelf door actief werkzaam te zijn in de liefde, in de kring van de wetenden zijn opgenomen. En zo zal de wijze der wereld zijn wijsheid niet kunnen gebruiken om bewijzen te leveren, om geestelijke waarheden te te weerleggen. Want hij zal een tekort moeten toegeven, hij zal moeten toegeven dat zijn werelds weten niet toereikend is om in geestelijk gebied binnen te dringen.

Maar het geestelijk goed verkregen door werkzaam te zijn in de liefde, zal aardse wijsheid omvergooien zodra deze wijsheden betrekking hebben op buiten de aarde liggen gebieden. Geestelijk weten zal andere resultaten opleveren dan wat de wijzen der wereld hebben verworven, dus zal de geestelijk wetende ook elke bewijsvoering mijden en voor ontoereikend houden en het verstandsdenken van de mensen eveneens beschouwen als niet dienend als maatstaf, en daarom wordt het wereldse weten niet erg gewaardeerd door mensen die in het geestelijke weten zijn doorgedrongen. Want ze zien in, dat dit onvolmaakt en gebrekkig is, daar het er niet in het minst toe bijdraagt, de mensen binnen te leiden in het inzicht, en goddelijke wijsheden daar nooit ofte nimmer door kunnen worden verkregen.

Maar daarenboven zal ondanks bewijsvoering de wijsheid der wijzen van de wereld verkeren in dwaling. Want de mensen die nooit op de goddelijke geest acht hebben geslagen, wier gedachten zich dus nooit ophielden naar geestelijke richtingen toe, zullen nu moeten inzien, dat mensen zonder wereldse scholing in weten de meerdere van hen zijn en dus zullen ze ook datgene als waarheid moeten erkennen wat hun onderzoekingen en de resultaten ervan tegenspreekt. Ze zullen moeten inzien dat de werkzaamheid van het verstand niet alleen garant staat voor de juiste wijsheid. Het verstand van de verstandigen zal worden verworpen en de wijsheid van de wijzen vernietigd. En dat in overeenstemming met de geestelijke instelling van de alleen maar werelds onderzoekende tegenover God, daar zonder de verlichting van de geest geen mens de waarheid kan bezitten en zonder de erkenning en het streven naar God, de mens niet kan worden verlicht, omdat dit laatste een toestromen van de kracht uit God is, dat alleen daar kan plaats vinden waar geopende opnamevaten voor dit toestromen klaar staan, daar anders de stroom van kracht geen verblijfplaats vindt om opgenomen te worden.

Alle geestelijke voortbrengselen waarbij niet de geestelijke kracht uit God werd gevraagd of benut, hebben geen waarde en ze zullen ook steeds weer worden voorbijgestreefd of verworpen, want het verstandelijk denken blijft niet bij een resultaat stil staan, omdat het van de waarheid ervan nooit volledig is overtuigd. Geestelijke resultaten daarentegen die met medewerking van de goddelijke geest zijn ontstaan, blijven ook altijd en eeuwig onveranderlijk omdat ze beantwoorden aan de waarheid en ook als zodanig worden ingezien door de mensen die serieus worstelen om de waarheid. Elke goddelijke waarheid blijft ver af bij de mens die alleen verstandelijk denkt, hij begeert ze niet en als ze hem wordt aangeboden, herkent hij ze niet, en dus wordt hij noch wijs noch waarheidlievend en zo zal hem ook zijn wapen, de bewijsvoering uit zijn handen worden ontwrongen, want tegenover de geestelijke resultaten, die een rechtstreekse uitstraling van God zijn, zal ook de bewijsvoering niet kunnen bestaan, want zijn tegenstanders strijden met een wapen, dat deze niet bezit.

Het zal duidelijk zichtbaar worden wat door het werkzaam zijn van de geest is aangekondigd en zodoende het bewijs leveren dat enkel en alleen daar de waarheid is, waar de geest Gods wordt verlangd en deze waarheid de kennis van de wijzen der wereld veruit overtreft, zodat de mensen inzien dat de wijsheid niet afhankelijk is van het menselijk verstand, integendeel alleen van het juiste standpunt tegenover God en een daaraan beantwoordende levenswandel. Want dan alleen zal de kracht uit God, Zijn geest, verlangd en ook werkzaam kunnen worden.

Amen