Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.2224
30 januari 1942

Het verbreiden van de openbaringen is Gods wil

Het is Gods wil dat Zijn openbaringen worden verbreid opdat de mensen elk wereldgebeuren leren beschouwen als door God gezonden of als goddelijke toelating ter wille van hun ziel opdat ze een samenhang leren zien van dat wereldgebeuren met de geestelijke toestand van de mensen. Alleen door het woord Gods dat Hij zelf aan de mensen overbrengt kan hun deze samenhang worden uitgelegd. Want de mensen moeten tevoren onderwezen worden over de geestelijke nood en de inwerking ervan op de zielen om te kunnen begrijpen welke tegenmaatregelen noodzakelijk zijn om deze nood van de mensen op aarde op te heffen.

Het op de hoogte zijn van de zin en het doel van de schepping, van de genade van de belichaming en van de gevolgen van een juist als ook van een verkeerd leven op aarde maakt alles begrijpelijk wat voor de mens anders onbegrijpelijk is. En er is maar één manier om de mensen dit weten over te brengen, daar het hun anders niet kan worden aangeboden. Want zodra een mens de medemens zou willen onderrichten zou hij niet geloofd worden, hoewel hij alleen de waarheid spreekt, omdat de mensheid al te zeer gematerialiseerd is, dus zich te ver van de waarheid heeft verwijderd om deze als waarheid te kunnen herkennen.

De mensen zijn zo werelds ingesteld dat ze alleen maar hoogmoedig lachen om alles wat hun als geestelijke leer wordt overgebracht. Daarom moet er op aardse grondslagen worden gebouwd. Dat wil zeggen: geestelijke leren moeten op een manier aan de mensen worden overgebracht die de interesse van de mensen opwekt. Ze moeten zich kunnen overtuigen van het werkzaam zijn van een Macht, zelfs wanneer ze deze Macht niet willen erkennen. En daarom moet hun kennis worden gegeven van dit werkzaam zijn. Ze moeten door de inhoud van de bekendmakingen worden onderricht zodat zij zichzelf ervan kunnen overtuigen dat die met de waarheid overeenstemmen als het wereldgebeuren zich ontwikkelt overeenkomstig deze kennisgevingen. De ongelovige zal desondanks bij zijn ongeloof blijven daar het hem vrij staat te geloven of niet. Hij zal alles als toeval bestempelen en ook trachten zijn medemensen te beïnvloeden. Maar er zullen ook veel mensen nadenken en hun opvatting veranderen. En God is op de hoogte van deze mensen en wil hen helpen, omdat ze uit eigen kracht geen uitweg vinden uit de chaos. Aldus openbaart Hij zich aan hen. En zalig zijn degenen die Hem onderkennen en geloof schenken aan Zijn openbaringen. Ze worden uit de geestelijke nood gered omdat ze gewillig zijn zich te laten onderrichten.

Amen