BD.2211
14 januari 1942
Het wereldgericht - De wegneming
Het wereldgericht zal plotseling en onverwachts over de mensen losbarsten en het zal elk schepsel van de aarde wegvagen, want de aarde op zich zal veranderen. Alles wat levend genoemd kan worden zal vernield worden door een gloeiende stroom van vuur. De aarde zal er heel anders uit gaan zien, onvoorstelbaar voor de mensen die nu op de aarde leven. Maar dit moet hun verkondigd worden omdat er enkele onder hen zijn die zowel de oude alsook de nieuwe aarde zullen meemaken en deze moeten getuigenis afleggen van de wonderen die God aan hen heeft gedaan. Want zij zullen in levende lijve de ondergang van de oude aarde meemaken en toch niet daardoor getroffen worden, omdat de Heer tot hen komt en hen van deze aarde wegneemt. Deze weinigen bezitten een sterk geloof en zijn in liefde God toegedaan. Zij leven volgens de wil van God en worden scherp vervolgd door de mensen die zonder enig geloof zijn. Daardoor zijn de mensen die in God geloven in groot gevaar en hieruit zal de Heer hen redden doordat Hij zelf komt en hen omhoog haalt.
En er zal een scheiding plaatsvinden. Het goede zal van het kwade worden gescheiden, het gelovige van het ongelovige. God ontneemt satan de macht over het geestelijke, door dit opnieuw te kluisteren in de vaste vorm. En daarmee wordt de nieuwe aarde gevormd. Niets blijft bestaan in zijn oude vorm, want de tijd die God het geestelijke heeft gegeven om bevrijd te worden uit de vorm is beëindigd. Er is weer een nieuwe fase in het tijdperk van verlossing, en dit zal met verbazing worden geconstateerd door de mensen die naar de nieuwe aarde worden geleid om de stam van een nieuw mensengeslacht te vormen. Zij kennen nog de oude aarde en maken nu de nieuw gevormde aarde mee. En zij herkennen de grootheid van God, Zijn wijsheid en almacht en Zijn oneindige liefde. Want hun ogen zullen een tafereel zien dat zij met verbazing en eerbied in zich op zullen nemen.
Een rijk van vrede dat lieflijk en gracieus is om te aanschouwen en met buitengewoon bekoorlijke scheppingen van veelvuldige aard, echter geheel afwijkend van de scheppingen op de oude aarde. En de mensen zullen triomfantelijk jubelen en juichen dat hun deze grote genade deelachtig is geworden, de nieuwe aarde mee te maken. Zij zullen de verschrikkingen vergeten van het wereldgericht, die ze meemaakten ofschoon zijzelf daardoor niet waren getroffen. Want God laat voor hun ogen zich de toedracht afspelen die vernietiging brengt aan alles wat op aarde leeft, maar zijzelf komen ongedeerd daaruit tevoorschijn. Want God verplaatst hen in levende lijve naar een oord van vrede, tot Hij dat nieuwe vormgeving heeft volbracht en hen dan weer naar de nieuwe aarde leidt.
Liefde, vrede en eendracht zal nu de mensen met elkaar verbinden die het proces van de omvorming mochten meemaken. Zij zullen God loven, Hem danken en aanbidden in diepe eerbied. Zij zullen leven naar Gods wil en Hij zal hen zegenen en uit hen een nieuw geslacht laten voortkomen dat voor een lange tijd niet meer verdrukt kan worden door de tegenstander, omdat hem iedere macht ontnomen is. En deze tijd zal een tijd van vrede en verbondenheid met God zijn. Want God vertoeft in hun midden, omdat de liefde in deze mensen woont.
Amen |