BD.0873
19 april 1939
Zinnelijke liefde
U ontvangt vandaag ter versterking van de geest nog een openbaring
over de liefde, en wel met betrekking tot een bepaalde zienswijze. Er
wordt door de mensen zo vaak iets met het woord "liefde" bestempeld
wat wel ook op zich liefde is, maar toch heel ver af van dat wat de mensen
gepredikt wordt - waarvan het beoefenen de eerste en laatste opgave voor
de mens moet zijn.
Het is de zinnelijke liefde welke u zo vaak, als vallend onder het begrip
"liefde", wilt opvatten. Maar houd u dit voor gezegd dat u
eerder de ware liefde verwoest, als u de zinnelijke liefde in u niet weert,
want ze is een intrige van de boze. Ze is om zo te zeggen diens middel
waardoor hij de menselijke ziel maar al te vaak in de val laat lopen.
De mens geeft zich geheel over aan de macht van het boze als hij de begeerten
van het lichaam niet tegengaat. Het is deze liefde die probeert te bezitten,
die echter nooit de mens veredelen kan en die daarom ook niet tot de vereniging
met het Hoogste Wezen kan leiden.
Dus moet de mens heel erg op zijn hoede zijn, dat door louter lichamelijke
verlangens zijn ziel en haar geestelijke vooruitgang niet in gevaar raakt.
Hij moet bedenken dat het veel moeilijker is deze begeerten weer te onderdrukken
wanneer hij er eenmaal ten prooi aan is gevallen en ook dat iedere liefde
op aarde die alleen louter wereldse interesses betreft, nooit de juiste
liefde voor God kan zijn. Want een liefde die niet geeft, maar enkel de
vervulling van de eigen wensen zoekt, is evenzo op aards resultaat gericht
en om die reden zo niet door God bedoeld. Want God ziet alleen op het
gevoel in het diepst van het hart, of dit waarlijk onbaatzuchtig is en
alleen maar steeds liefde geven wil. Ondanks dat men niet let op eigen
voordeel, zullen zulke daden van liefde ook het loon opleveren dat er
in besloten ligt, ze zullen aanleiding zijn tot een innige verbinding
met de goddelijke Heiland.
Amen |