BD.0786
24 februari 1939
Weg van de ziel voor haar bestaan op aarde - Leer van de herbelichaming
(1)
In onvoorstelbaar lange tijden is de menselijke ziel eerst
haar weg gegaan door duizenden belichamingen van allerlei aard. Deze tijd
heeft een zekere rijpheid tot stand gebracht, die nu in het laatste stadium
als mens nog tot hogere volkomenheid moet leiden. Het hiervan op de hoogte
zijn moest voldoende zijn om de uiterste kracht te gebruiken, de toestand
van volmaaktheid te bereiken, maar juist dit weten wordt door de meeste
mensen helemaal verworpen. Jammer genoeg bestaat vaak de verkeerde opvatting,
dat een ziel zich niet eerst moet vormen tot datgene wat ze is, maar in
het levende wezen aanwezig is in steeds dezelfde aard en dat men nu bij
een mens alleen van een ziel kan spreken, wanneer men tenminste een na
de dood voortbestaand "iets" wil laten gelden. Het dier wordt
elke ziel of geestelijke substantie ontzegd en juist dit leidt tot volledig
verkeerde opvattingen, doordat buiten de mens de uitermate dwingende noodzakelijkheid
van alle levende wezens helemaal niet wordt ingezien.
Het is daarom van het grootste belang, zich de rijk aan afwisseling, onbeschrijflijk
vaak plaatshebbende omvorming van het uiterlijke omhulsel voor ogen te
houden, om zich dan pas van de hele verantwoordelijkheid als mens in het
leven op aarde bewust te worden. Zou ieder wezen slechts een eenmalige
belichaming zijn toegedacht, dan zouden de omstandigheden van deze belichaming
zo buitengewoon zwaar moeten zijn, dat ze zouden leiden tot de vereiste
toestand van rijpheid om eeuwig gelukzalig te zijn. Want de afstand van
zo'n geestelijk wezen tot de eeuwige Godheid is te onmetelijk groot
om die in zo korte tijd wezenlijk te kunnen verkleinen. Daarom heeft de
Schepper van alle wezens dezen een "je moet" toestand toebedacht,
waarin - naar Gods wil - ieder schepsel zonder eigen verantwoordelijkheid
aanstuurt op een verdere, hogere ontwikkeling. Dit voorstadium van de
menselijke ziel in alle veelvormigheid door te maken, is van zo'n
reusachtige betekenis, dat pas daaruit de hele verantwoordelijkheid, die
de mens tegenover zijn ziel draagt, voortkomt, want deze ziel heeft geworsteld
op de ongelooflijkste manier en alle weerstanden getrotseerd, ze heeft
zo eindeloos veel taken moeten vervullen en zich in alles onder de wil van God moeten plaatsen. Ze is een weg gegaan, die niet makkelijk was,
maar die de enige weg was, om de ziel zo te vormen, dat ze de laatste
grote krachtproef als mens kan doorstaan, wanneer de wil in haar om stand
te houden krachtig wordt.
Ieder menselijk wezen is daarom als zodanig een wereld op zich, het is
een scheppingswerk, dat alles, wat op aarde bestaat en voor het menselijk
oog zichtbaar is, in allerfijnste verkleining in zich draagt. De menselijke
ziel is door al deze wonderen der schepping heengegaan en heeft nu in
haar laatste belichaming een ontzettend zware strijd te doorstaan, wil
niet het duizenden jaren durend worstelen tot aan het stadium als mens
tevergeefs zijn geweest. Van deze verantwoordelijkheid moet de mens zich
ten volle bewust blijven en God om kracht vragen, om de laatste opgave
op aarde te vervullen en zodoende de ziel verlossing te brengen uit een
oneindig lang durende nood.
Amen
|