BD.0764
29 januari 1939
Avondmaal
De woorden, die je leven moeten geleiden, zijn: "Steeds
wil ik mijn best doen in alle dingen de Heer te dienen" en Zijn
zegen zal je begeleiden op al je wegen. Verneem wat de Vader voor jou
heeft bestemd: het allerheiligste sacrament van het altaar is er één,
die door God is ingesteld, maar de zin ervan moet ook wijs begrepen worden.
Nu omringt een beschermende omheining je van geestelijke vrienden, die
al het valse en verkeerde verre van je houden, want het gaat erom, door
jou de mensen duidelijkheid te geven op de vraag, die zeer vaak een strijdvraag
is geworden. In het juiste denken van de mensen is mettertijd een heel
onjuiste opvatting binnengeslopen, die wederom aanleiding gaf tot conflicten
en verschillende meningen. Zonder tevoren de toestemming van de goddelijke
Heer en Heiland te hebben afgebeden, is er een beschikking afgekondigd,
die in tegenspraak is met de goddelijke leer.
De levende betekenis van het heilige avondmaal is in ieder geval het opnemen
van het woord Gods met het hart. Wie mijn vlees eet - dat wil zeggen: wie mijn woord in zich opneemt met een hongerig hart - en mijn bloed drinkt
- dat wil zeggen: met mijn woord de waarheid opneemt en geheel leeft in
de waarheid volgens mijn woord - neemt Mij op. In deze zin zijn mijn woorden
te verstaan: "dat is mijn vlees - dat is mijn bloed". Zoals
de mens voor zijn lichamelijk welzijn brood nodig heeft, zo is het zuivere
woord Gods nodig om het eeuwige leven te behouden. En zoals de wijn kracht
geeft aan de zwakke, zo moet de waarheid uit God de ziel sterken als ze
deze opneemt. En wanneer wordt gesproken van een vertaling van "brood
en wijn" in "mijn vlees en bloed", dan is dit juist
te begrijpen, dat mijn woord als het ware Mij zelf dichterbij de mensen
brengt als het wordt nageleefd, dat wil zeggen: gegeten en gedronken wordt
en dat derhalve de mens met mijn woord Mij zelf in zich opneemt, want mijn woord leert liefde en de Liefde ben Ik zelf.
Wie Mij liefheeft, neemt Mij geheel en al in zijn hart op en zal derhalve
aan mijn tafel verzadigd worden met mijn brood en mijn wijn, met het woord
van de waarheid en het leven. De betekenis is wel juist begrepen, toch
wilde men ceremonieel de indruk van mijn woord verdiepen en kende nu echter
de ceremonie de grotere betekenis toe, zodat degene, die deze niet vervult,
van alle zegen vervallen werd verklaard. En zo was aanvankelijk het uiterlijke
bewaard, maar de diepe zin ging verloren. Het avondmaal werd steeds meer
tot vorm, het woord, de goddelijke waarheid, vond geen ingang meer in
de harten. Daarentegen werd alleen de vorm waargenomen, tot op de dag
van vandaag. En de mens gelooft volop zijn plicht te hebben vervuld als
hij gelovig naar het altaar des Heren gaat.
Maar hoe kan Ik in een mens verblijf nemen, die zich tevoren niet heeft
veranderd tot liefde, die mijn woord niet navolgt en mijn geboden niet
onderhoudt. Wie er naar streeft Mij lichamelijk en geestelijk op te nemen
en in het hart te dragen, moet mijn brood eten en mijn wijn drinken. Hij
moet het brood des levens, dat van de hemel komt, begeren als spijs en
hij moet de wijn drinken, de levende waarheid, die toevloeit naar diegenen,
die er sterk naar verlangen. Dan pas eet hij mijn vlees en drinkt hij mijn bloed en zal hij leven in eeuwigheid, want dan is hij in Mij en Ik
ben in hem.
Zo alleen en niet anders is het avondmaal op te vatten, dat Ik heb ingesteld
met die woorden, hetgeen u mensen zich echter naar eigen goeddunken hebt
uitgelegd en u de diepe zin van mijn woorden niet inzag. Hoe ijveriger
u slechts aan de vorm zult proberen te voldoen en hoe meer u slechts puur
uiterlijk mijn brood en mijn wijn zult ontvangen, des te minder zal Ik zelf aanwezig zijn. En u zult bijgevolg niet Mij zelf ontvangen, maar
alleen voor uw idee dicht bij Mij zijn, want Ik ben alleen daar, waar
diepste liefde voor Mij zich uit, door het vervullen van mijn geboden
en te leven naar mijn woord. Want hij eet mijn vlees en drinkt mijn bloed:
Wie mijn wil vervult en Mij dient, wie voor Mij uitkomt tegenover iedereen,
die zal waarlijk mijn discipel zijn, met wie Ik het avondmaal wil houden
en die Ik wil verzadigen; die Ik zijn deel wil geven. Hij zal gevoed worden
door Mij en het brood des hemels ontvangen tot in alle eeuwigheid.
Amen |