Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.0738
8 januari 1939

Natuurwetten - Verandering en roofbouw op de aarde (2)

In het vervolg zal wel alle herstructurering bevorderd worden en men zal proberen de consequenties te trekken, wanneer alle schade die ontstaat als onafwendbaar voor het primaire levensbelang wordt voorgesteld, toch zal dit slechts zolang mogelijk zijn, tot de meest ernstige gevolgen zich zullen vertonen, die voor de mensen een levensbedreigende uitwerking hebben. Want het kleinere kwaad is het gebrek, maar dit te willen verhelpen met het in gevaar brengen van eigen leven, is tegen de goddelijke ordening en dus in strijd met de natuurwetten.

Daarom waarschuwt de Heer voor elk gewelddadig ingrijpen in Zijn scheppingswerk, zodat de mensen zichzelf niet aan de ondergang willen prijsgeven. En het is veel raadzamer zich met weinig tevreden te stellen en aan de aarde geen overvloed aan voortbrengselen te willen onttrekken, want als dit alleen maar gebeurt om aardse goederen te vermeerderen, zal de goddelijke Schepper Zijn toestemming niet geven. Want een dergelijk streven zou niet opbouwend zijn, maar verstorend en moet bijgevolg een nadelige uitwerking voor de mensheid hebben.

Maar legt u aan uw handelwijze en uw maatregelen alleen maar het welzijn van de mensheid ten grondslag, dat dus onder het achterstellen van het eigen aardse voordeel alleen aan de behoeften van de mensheid moet worden voldaan, dan zal de liefdewil van de Schepper werkzaam worden en ernaar streven, datgene, wat voor het welzijn der mensen aan de aarde werd onttrokken, rijkelijk te vervangen. Want dan handelen de mensen niet uit eigen wil, maar naar Gods wil. En dit is geen overtreding van de natuurwetten, maar beantwoordt geheel aan de goddelijke ordening.

Het wereldgebeuren zal het bewijs leveren, dat elke verwoesting haar oorsprong heeft in onverzadigbare hebzucht naar aards bezit en dat de wil van God daar een halt toeroept, waar een zekere grens is bereikt, wanneer Hij de mensheid niet helemaal aan de ondergang wil laten vervallen. Dus kan de mens nooit ongestraft tegen de goddelijke wetten in handelen, zo hij niet zichzelf en zijn medemensen naar lichaam en ziel in gevaar wil brengen.

Amen