Banner
voorwoord biografie register Duitse teksten downloads links

BD.0726
29 december 1938

Lot geen hindernis voor het besef - Vrije wil

Zie, mijn kind, de ontelbare, zich ver vertakkende en toch steeds weer in elkaar grijpende gebeurtenissen, die jullie toeval noemen, staan in de nauwste samenhang met mijn schepping. Alleen een bestuurder van alle dingen en alle gebeurtenissen kan het bewerkstelligen, dat de schepping en al het werkzaam zijn in het heelal zijn geordende gang gaat en in deze samenhang zal het jullie duidelijk worden dat jullie je voor dit leven bestemde lot niet kunnen ontlopen. En dat is het, wat jullie dan laat geloven dat jullie steeds alleen maar moeten uitvoeren wat sinds eeuwigheden voor jullie bepaald is.

Enerzijds moeten jullie dat wel, maar jullie zijn nooit gedwongen om door wereldse gebeurtenissen een bepaald geloof, of een bepaalde geestelijke houding aan te nemen. Dit zal geheel en al aan jullie zelf overgelaten blijven en elk werelds gebeuren, of het jullie nu aangenaam of onaangenaam voorkomt, geeft jullie waarlijk meer dan genoeg mogelijkheden om het juiste inzicht krijgen. Niet één van de mensenkinderen zal kunnen zeggen dat zijn hem opgelegd leven hem gehinderd zou hebben om tot het ware inzicht te komen, want Ik verbind alle wereldgebeurtenissen, ofschoon de mensen dit zelf door hun wil tot stand brengen, steeds zo, dat ze het mensenkind de grootst mogelijke gelegenheid bieden om zijn innerlijke leven te bevorderen.

Zo kan het gebeuren dat te midden van de grootste en smartelijkste gebeurtenissen de ware verhouding van de mensenkinderen tot de Vader veel eerder tot stand gebracht wordt dan in een zorgeloos bestaan. Dat echter ook dan een kind de Vader vinden kan als er acht geslagen wordt op de gebeurtenissen in de omgeving en het hart niet verhard is en zijn ik te lang op de voorgrond geplaatst wordt. Ik geef waarlijk al mijn schepselen datgene wat voor hen het beste is, in hun hand, want mijn voortdurende zorg betreft alleen de definitieve terugkeer van mijn schepselen en mijn liefde en wijsheid zijn er daarom ook op bedacht om de mensen die weg te laten gaan, die hen de grootste mogelijkheden biedt om dichter bij Mij te komen. En daarom ondervinden de mensen elke dag en elk uur, bij elke stap die zij op de door Mij uitgestippelde weg op aarde gaan, mijn zorg.

De mensen zijn er volledig vrij in hoe zij deze mogelijkheden nu benutten. Daar is dan de vrije wil werkzaam. Als Ik, zuiver aards genomen, de vrije wil aan de mensen zou overlaten, dan zouden ze zichzelf van elke mogelijkheid tot het uitrijpen van de ziel beroven, want dan zouden ze hun leven op aarde zo vorm kunnen geven, zoals het eenieder bevalt, zonder gehinderd te worden door een hogere macht. Hun streven zou meer en meer alleen de wereld betreffen, de materie zou vermeerderd en al het geestelijk zou verminderd worden. En waar mijn wijsheid uitgeschakeld zou zijn en in plaats daarvan de vrije wil van de mens zou komen, wiens wijsheid ontoereikend is om het geheel te kunnen beheersen, zou mijn scheppingswerk tenslotte volledig verwoest worden. En dus moeten jullie hierin weer alleen mijn liefde voor jullie, mensen, herkennen, dat Ik jullie aardse leven volgens mijn wil leid, alleen om jullie eens het hoogste te kunnen geven, maar dat jullie de geestelijke vrijheid van de wil onbegrensd mogen benutten, zowel naar boven als ook naar beneden.

Soms hebben jullie ook zelf jullie aardse lot in handen en kunnen jullie het naar goeddunken vormen. Toch zullen ook dan de omstandigheden en gebeurtenissen steeds zo op jullie afkomen, dat jullie dezelfde mogelijkheden voor jullie innerlijke vorming hebben, of jullie nu zelf het lot op deze manier of op die manier gekozen hebben, zodat jullie je dus schijnbaar wel door eigen wil andere levensomstandigheden kunnen verschaffen, toch moeten jullie dezelfde weg door leed en zorgen gaan, wanneer deze jullie, ten behoeve van jullie geestelijke vooruitgang, door Mij is toegedacht.

Als jullie aan alles wat op jullie afkomt steeds dit besef ten grondslag leggen, dan zullen jullie je spoedig in vol vertrouwen aan Mij overgeven en de juiste verhouding van het kind tot de Vader tot stand brengen, wat de eerste voorwaarde is om de aardse opdracht in geestelijke zin goed te vervullen. En daarom zal al het geestelijke beleven nooit afhankelijk zijn van de aardse levensomstandigheden, maar iedereen voldoende gelegenheid bieden, zodat het mensenkind zich aan mijn wil kan onderwerpen en het dus voor zijn ziel het grootste nut kan hebben. En dus is de tegenwerping, dat de aardse werkzaamheid of opdracht een verdiepen in geestelijk kennis niet toelaat, ongegrond, want voor eerstgenoemde sta Ik voor iedereen borg, maar het laatste is alleen aan de vrije wil van de mens overgelaten.

Amen