BD.0712 15 december 1938 Waarschuwing voor een verkeerd oordeel - Liefdeloosheid van de volkeren Kijk, Mijn kinderen. Jullie hebben in je zwakke geest nog geen vermoeden van het goede en ware en jullie moeten je daarom alleen op Mijn woord verlaten, dat jullie goed zal leiden en voor alle vergissingen zal behoeden als jullie Mijn wil proberen te vervullen. Om alles goed te kunnen begrijpen is er veel meer nodig, maar Ik wil jullie alvast de weg wijzen die jullie tot het juiste inzicht leidt. Maar als de innerlijke stem jullie waarschuwt, volg dan deze stem. In het gevoel ligt vaak de zekerste garantie voor de waarheid verborgen en als jullie enkel naar de waarheid verlangen, nemen jullie niet zo gemakkelijk de verkeerde weg. En dus hoeven jullie niet te vrezen, want Ik bescherm jullie, zodat jullie niet ten prooi vallen aan de leugen en vergissingen. Sla echter steeds acht op Mijn woord. Waar jullie dit horen, zijn jullie op de goede weg, maar maak niet de fout om jullie oordeel uit te willen strekken over veraf liggende, nog niet nader verklaarde gebieden van het weten. Alles zal jullie ook op de juiste tijd geboden worden en wel in zo'n vorm, dat jullie het kunnen bevatten en van de waarheid ervan overtuigd zijn. Probeer intussen elke kritiek te vermijden, opdat jullie niet iets afwijzen, wat jullie eens van nut zou kunnen zijn. Jullie moeten de Heer van de hemel en de aarde onbegrensd vertrouwen schenken. Alleen dan zijn jullie ook waardig om onbegrensd te ontvangen en dan zal het jullie als schellen van de ogen vallen en jullie zullen alles leren begrijpen wat tot dusver onbegrijpelijk voor jullie leek. Maar behoud ook jullie rechtvaardigheidsgevoel. Dat wordt jullie op het hart gedrukt. Doordat jullie veroordelen, kunnen jullie de mensen groot onrecht aandoen en steeds zal een mild oordeel jullie tot zegen strekken. Daarentegen zullen haat en wraak alleen het slechte opleveren. Ik kan als Schepper van de hemel en de aarde nooit instemmen met het wereldgebeuren. Ik kan het niet goedkeuren, wanneer de mensen onder elkaar vol liefdeloosheid zijn. Ik kan de haat en de vijandschap van de volkeren niet goedvinden en nog veel minder Mijn toestemming geven, wanneer het optreden van de mensen zo'n uitwerking heeft, dat nood, ellende en zorgen de gevolgen zijn en hoe meer de mensen inzicht krijgen in hun handelen, des te eerder zullen ze mijn hulp mogen verwachten. Maar nooit verleen Ik hulp bij wederrechtelijke, schrik inboezemende praktijken. En hoe minder liefde de mensen voor elkaar opbrengen, des te minder hebben ze ook van Mij te verwachten. Ik kan Mijzelf alleen daar openbaren waar Ik liefhebbende harten vind, maar Ik houd Mij verre van daar, waar haat- en wraakgevoelens de overhand hebben. De mensen handhaven zich vaak het snelst, als ze gezamenlijk in de ellende zitten en ze deze ellende toch wederzijds proberen te verminderen. Daar verblijf Ik, maar waar de mensen ernaar streven wonden toe te brengen, in plaats van ze te helen, kan Ik niet verblijven. Ik ben ver verwijderd van de mensen, die niet in de liefde leven. Houd je dus steeds alleen aan wat jou als grondbeginsel van boven toegestuurd wordt: de liefde te beoefenen jegens elk mens. Voor jullie moet elk mens gelijk zijn. Jullie moeten niemand als verachtelijk beschouwen en iedereen dezelfde liefde geven, dan zal de Vader in de hemel jullie goed met goed vergelden en Zijn liefde voor jullie zal in de eeuwigheid nooit ophouden. Amen |