BD.0702
8 december 1938
Voorspellingen - Voortekenen - Aardse maatregelen
Alles zal voor de wereld begrijpelijk zijn, maar niet mijn werken op deze aarde aan de mensenkinderen die Ik uitverkoren heb voor een grote opdracht en die Ik met raad en daad bijsta, opdat ze volgens mijn wil werkzaam zijn. En toch zal het ook voor de wereld en haar aanhangers duidelijk worden dat een voor hen onbegrijpelijke Macht ze regeert, want ze zullen vaak in de uitvoering van hun plannen gehinderd worden, en dat zal ze argwanend laten worden, als een zekere weerstand herkenbaar zal zijn, die steeds merkbaar hun maatregelen tegenwerkt. Hoe opmerkzamer de mensen dit ingrijpen van een hogere macht volgen, des te duidelijker zal voor hen ook de samenhang worden, want steeds daar, waar het erom gaat verbindingen te ondermijnen, of, waar een geestelijk opbloeien zichtbaar tevoorschijn komt, deze te verhinderen, daar zal de wil van de mensen Mij moeten gehoorzamen. En wie tegenstand biedt aan mijn wil zal volledig machteloos zijn en zich bewust worden van zijn aardse zwakte.
Elke nog zo geringe overtreding tegen mijn wil zal zich op eigenaardige wijze wreken. Wie heer wil zijn, zal zijn eigen knecht zijn en wie wil gebieden, zal moeten gehoorzamen. En Ik zelf zal het zo bepalen, om de mijnen te sterken in hun geloof, want ze zullen in erge nood geraken door de maatregelen van de wereld. En weer zal hij zegevieren die voor Mij en mijn woord strijdt omdat Ik zelf met hem ben. En wat zich binnenkort zal afspelen, laat menigeen nadenkend worden. Maar mijn macht en mijn wil zullen het leed van de rechtvaardigen verminderen en het zal niet tot steen des aanstoots worden voor hen die in Mij de liefdevolle Vader zien. Mijn kinderen ken Ik goed en hun lot zal waarlijk licht zijn. Ik geef hun de kracht om te verdragen wat Ik vanwege de zondaren over hen laat komen en mijn kracht vermindert alle leed en pijn. En Ik zegen duizendvoudig die om mijnentwil hun leed met berusting dragen, want Ik zend zulks alleen maar om mijn rijk te vestigen en om aan de hele wereld mijn macht bekend te maken. Wie zich daaraan stoort, die erkent Mij niet en zal op deze wereld waarlijk niet tot erkenning van de eeuwige Godheid komen. Maar de anderen zullen Mij danken tot in alle eeuwigheid, omdat Ik ze uit de nacht en slaap gewekt heb.
Als dit voor de wereld duidelijk zal worden, ondergaat de natuur eveneens op een wonderbaarlijke manier een opleving. Ik zal in het oog springende verschijnselen tevoorschijn laten komen op en boven de aarde zodat de denkende mens reeds daaraan mijn werken herkennen zal. En wie in ontzag en liefde voor Mij acht slaat op mijn tekenen, diens gedachten wil Ik leiden, zodat hij steeds het juiste doet en zowel lichamelijk als wat zijn ziel betreft voor schade bewaard blijft. Want Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij. En zodra een mensenkind zich in het volle geloof aan Mij toevertrouwt, laat Ik Mij gelegen liggen aan zijn welzijn. En dat op elke manier. Want de macht van de wereld is gering en kan jullie mensen noch bescherming noch zekerheid bieden. Wie dus denkt zich aards te beschermen, is reddeloos aan mijn macht en mijn wil prijsgegeven, want hij begeert toch alleen maar de zekerheid voor zijn lichaam en denkt niet aan zijn ziel. Maar Ik wil de ziel redden van de ondergang en moet daarom het lichaam in angst en nood brengen, opdat hij zich bezint en de weg naar Mij als zijn Schepper vindt. En wie Mij roept in de nood, die zal zich van mijn liefde en barmhartigheid verzekerd weten. Hem wil Ik liefdevol opnemen en aan mijn vaderhart drukken en er zal in de hemel grote vreugde zijn over de verloren zoon, die terugkeert in zijn vaderhuis.
Amen |