BD.0684 26 november 1938 Gebed om hulp van geestelijke wezens - Boete en vergeving van zonden Er staat geschreven: "Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijn. Ik zal jullie verkwikken". Wie van jullie zich bedrukt voelt en op mijn kracht vertrouwt, diens leed zal gestild zijn als hij maar in mijn naam de Vader daarom vraagt. De liefde is het grootste in de hemel en op aarde en ze is tot alles in staat. Maar de geestelijke wereld werkt onophoudelijk in de liefde en volgens mijn wil. En zo zal ze jullie ook behoeden voor alle gevaren, want de geestelijke wezens doen niets meteen uit zichzelf, maar werken alleen met Mij en door Mij. Wie zich dus aan hen ter bescherming toevertrouwt, wordt beschermd door mijn wil, want alles wat Mij dient, is één met Mij. Van één kracht doordrongen en door één wil geleid. Wie gelovig tot Mij en mijn kracht zijn toevlucht neemt, zal veilig beschermd door het leven op aarde gaan. Vergeet daarom nooit de altijd klaar staande hulp en vraag erom, dan zal jullie niets geweigerd worden. Als jullie in het diepste van jullie harten alleen maar aan jullie zielenheil denken, dan zal ook jullie wereldse streven gezegend zijn, want de genade van de Vader is onmeetbaar. En ontvang nu: Alles wat tegen de goddelijke ordening in handelt, moet verzoend worden, want het is zonde tegen God en de mensen als de gevolgen van deze zonde zich tegen de mensen richten. De juiste ordening zal de mens zelf herkennen, maar als hij tegen beter weten in de wet van de goddelijke ordening omver stoot, komt hij als het ware in opstand tegen de hoogste macht en volmaaktheid en verwijdert zich geestelijk steeds verder van de eeuwige Godheid, met Wie hij zich verenigen moet. Zijn zondige toestand scheidt hem des te meer van de geest van het licht, des te vaker hij tegen de goddelijke wetten in handelt. Maar als hij nu de goddelijke liefde begeert en zich tot de waarheid wendt, zal het ook zijn streven zijn om de aardse levenswandel te veranderen en de geboden van God na te komen. Hij zal er tegelijkertijd echter zorg voor moeten dragen dat zijn besef rijpt, want hiermee zal hij tot het inzicht komen dat hij verkeerd gehandeld heeft jegens de goddelijke liefde. Hij zal met afschuw en berouw aan zijn fouten denken, zijn Schepper om toegeeflijkheid vragen en zich inspannen om tegen zijn zwaktes te strijden opdat hij niet terugvalt in de oude schuld. En dan zal hij ook vergeving krijgen, want de Vader in de hemel is mild en rechtvaardig. Hij laat Zijn liefde heersen, daar waar het mensenkind zijn onrecht inziet en om vergeving vraagt. Maar zo moeten jullie ook je naasten vergeven die zich aan jullie vergrepen hebben. Jullie moeten steeds alleen de liefde laten heersen en geen vergelding zoeken, want "oordeel niet, opdat jullie niet geoordeeld worden". En zoals jullie je vijanden vergeven, zo zullen ook jullie vergeven worden, want zoals jullie toemeten, zo zal ook jullie toegemeten worden. Aan iedere vermaning en waarschuwing van het hart moeten jullie gehoor schenken als ze jullie aanspoort het kwade met het goede te vergelden, want ook jullie hebben in het leven talloze malen verkeerd gehandeld en zoeken en verwachten toch de barmhartigheid van de Vader in de hemel. Zo moeten jullie dus ook barmhartig zijn en steeds alleen maar met liefde vergelden wat men jullie heeft aangedaan. Want jullie zullen het eens als zegenrijk ervaren, en alle liefde die jullie volgens de geboden van de Vader liet handelen, zal een weldadige uitwerking hebben in het hiernamaals, waar alleen maar werken van liefde waarde hebben. Alle haat en vergeldingsdrang is een deel van het kwaad dat jullie moeten overwinnen, want het vermindert alleen maar jullie geestelijke kracht en hindert jullie in je vooruitgang. Alleen maar werken van liefde zullen bevorderlijk voor de ziel zijn. Probeer evenzo in de zegen van de goddelijke genade te komen door onophoudelijk gebed om versterking van jullie wil, want dit zal jullie dan ook bekwaam maken om volgens de wil van God binnen Zijn eeuwige ordening te handelen. Het leven biedt zo vaak gelegenheden die gevaarlijk voor de ziel kunnen zijn als de wil zwak is. Maar een sterke wil overwint het gevaar. En spoort de liefde tot de Vader het mensenkind aan, dan zal het zeker niet van de juiste weg afwijken en goed in de goddelijke ordening weten te leven. Het zal dan ook niet hoeven te vrezen voor de strenge rechterlijke hand van de Schepper, want alleen wie Zijn geboden opzettelijk overtreedt, zal tot goedmaken worden aangetrokken en dat naargelang de verharding van zijn hart. Want de Heer is een milde rechter en vergeeft alle schuld op aarde als deze beseft en uit het diepste van het hart berouwd wordt. Maar Hij zal ook hen weten te straffen die geen acht slaan op Zijn geboden en Hem nimmer om vergeving smeken. Amen |