BD.0678
22 november 1938
Strafgericht zegen voor de zwakken in het geloof - Ongewone verschijnselen - Sterk geloof beschermd - Veilig gebouw - Rechterlijke hand
Het grote gericht zal zich voor een groot deel van de mensheid nog onnoemelijk zegenrijk uitwerken, want wie tot zover zwak in het geloof was, maar zich niet helemaal van God afkeerde, zal de strenge maar rechtvaardige hand van de Vader voelen en zich nog van de rand van het verderf verwijderen en zich aan de genade van God toevertrouwen. Die zich nog op het laatste moment tot Hem bekeren, zijn van nu af aan de ijverigste navolgers van het woord en de wil van God. Zij zullen proberen in te halen wat ze verzuimd hebben en niet eerder rusten, tot de hoogte bereikt is en de ziel zich van de materie scheiden kan. En zo is er alleen maar een heel korte tijd nodig om zulke zielen tot ommekeer te brengen. Maar die korte tijd zal een verschrikkelijke uitwerking hebben voor de kinderen op aarde, want er gaan zulke vreemde verschijnselen aan de zintuigen van de mensen voorbij, dat ze onnoemelijk te lijden hebben en ze in deze angstige tijden juist alleen maar daar de hulp zoeken en kunnen vinden, vanwaar voor hen ook de hulp zal komen.
Zeven jaar van tevoren worstelt de tegenstander al om deze zielen, die te zwak zijn om tegenstand te bieden. Deels uit traagheid en deels, door eigen schuld, uit gebrek aan kennis. Maar aan het einde van de jaren zal de nood tot in het onmetelijke gestegen zijn. En toch zal de mens vrezen voor zijn leven en met alle kracht proberen het te behouden, want de mens wiens ziel nog niet rijp is voor de eeuwigheid, vreest nu eenmaal de dood nog. Maar wie de lichamelijke dood met rust tegemoet kunnen zien, die zal het natuurgeweld ook niet kunnen deren, want hun geloof zal hen beschermen tegen het ergste. Zij zullen hun gedachten in de nood vol tederheid op de hemelse Vader richten en de Heer zal hen kracht geven opdat zij hun lot makkelijk kunnen verdragen.
Maar wie gelooft een veilig gebouw te bewonen en zich daarop verlaat, die zal de rechterlijke hand ook daar te voelen krijgen, als zijn denken niet rechtvaardig en zijn leven niet welgevallig voor God is. Want er zullen geen grenzen getrokken zijn. De almacht van God slaat geen wezen over opdat het een besluit neemt voor wie zijn liefde geldt: de aardse wereld of het vaderland van zijn ziel. En omdat dit zal komen, bewerk dan de bodem in de wijngaard van de Heer goed, benut de tijd en predik het woord van God. Dan zullen jullie zelf rijp worden in de liefde voor de schepselen van de Heer. En jullie zullen ook het duidelijkst herkennen waar de Heer jullie de werkzaamheid in liefde toewijst opdat jullie kunnen werken voor Zijn eer.
Amen |